De olieprijs heeft deze week een flinke stap naar beneden gezet. Daarvoor zijn twee redenen. De markt verwacht dat geopolitieke spanningen tussen Israël en Iran niet tot een hoger aanbod leiden en daarnaast zijn recente indicatoren van de Chinese economie zwakker dan verwacht.
De olieprijs heeft deze week een forse stap naar beneden gezet. Op donderdag 11 april werd olie voor $89,74 per vat verhandeld. Een dag later steeg de olieprijs tot het hoogste punt van de week, bij een stand van $90,45. Daarna begon de olieprijs fors te dalen. Op woensdag 17 april zakte de prijs tot $87,29.
Een belangrijkste reden voor de lagere prijs is dat de markt niet langer gelooft dat een oorlog tussen Israël en Iran het aanbod kan verstoren. Volgens analisten was er behoorlijk wat spanning op de markt na de vermeende aanval van Israël op een Iraans consulaat. Daarbij hielp het dat Iran stevige wraakacties had aangekondigd. Donderdag 13 april kwam die aanval. Daarbij werden in totaal 350 drones en raketten op het land afgevuurd. Over de intenties achter de raketregen wordt flink gediscussieerd. Sommige duiders menen dat Iran de raketten doelbewust zo heeft afgevuurd dat het beroemde Israëlische raketschild de aanval makkelijk kon onderscheppen. Zo zou Iran kracht tonen, terwijl het land ook een al te sterke escalatie van het conflict voorkomt.
Vooralsnog houdt Israël zich aan de internationale oproep om zich terughoudend te gedragen. Hoewel minister-president Benjamin Netanyahu benadrukte dat het Israël zelf beslist hoe het zichzelf verdedigt, neigt de markt naar de positie dat de reactie gematigd zal zijn. Daarbij helpt het dat zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie zwaardere sancties voor Iran overwegen. Dit wordt geduid als een poging om Israël tot terughoudendheid aan te zetten. Tegelijk verwachten analisten niet dat de Verenigde Staten de sancties op Iraanse olie zullen opvoeren. Dit zou tot een hogere Amerikaanse benzineprijs kunnen leiden, wat de herverkiezing van president Joe Biden later dit jaar in de weg zou kunnen zitten. Daarom heeft de oliemarkt er vertrouwen in dat het land niet hard zal terugslaan. Daarnaast menen geopolitieke analisten dat het onwaarschijnlijk is dat Israël een aanval uit zal voeren op de Iraanse olie-infrastructuur.
Zwakkere economie
Daarnaast blijken economische resultaten niet zo sterk als verwacht. Met name in China ontstaan signalen dat de economie zich minder sterk ontwikkelt dan tot voor kort het geval leek. Recent ontstond optimisme over de groei van de Chinese economie, aangezien de groei in het eerste kwartaal sterker bleek dan gedacht. Vergeleken met het eerste kwartaal van 2023 groeide de economie met 5,3%. Daarmee is het Aziatische land goed op weg om zijn target van 5% over het huidige jaar te halen.
Nieuwe data over maart schetsen echter een minder optimistisch beeld. Verschillende indicatoren, zoals de investeringen in de vastgoedsector en verkoopcijfers in de retail geven een niet al te florissant beeld. De verwachtingen van analisten is dat de sterke economische groei niet doorzet. Daar komt nog bovenop dat begrotingstekorten van lokale overheden in rap tempo toenemen. Dat maakt het moeilijker voor de Chinese markt om de economie te stimuleren. Door de zwakke resultaten heerst de verwachting dat het verbruik van s' werelds grootste importeur van olie lager zal blijken dan verwacht.
{{dataviewSnapshot(52_1713417289)}}
De prijs van diesel heeft ook een forse stap naar beneden gezet. Op donderdag 11 april werd diesel voor €134,61 per 100 liter verhandeld. Daarna schommelde de prijs wat, om lager uit te komen. Op donderdag 17 april daalde de olieprijs tot €132,62.