Terwijl de prijs van gas afnam, bleef de stroomprijs deze week aan de hoge kant. De gasprijs is deze week fors gedaald nadat bekend werd dat een ernstige dreiging aan een Noorse pijplijn naar Groot-Brittannië wel meeviel. Daarnaast werd maar liefst 20% van de hernieuwbare energie afgeschakeld.
De gasprijs heeft afgelopen week een forse stap naar beneden gezet. Maandag 3 juni werd gas voor €36,02 verhandeld. Daarna daalde de gasprijs vrijwel constant tot €32,69.
De prijs van gas daalde nadat een verstoring aan de Noorse aanvoer richting Groot-Brittannië relatief snel verholpen werd. Dit zorgde voor een opwaartse spiraal, aangezien ook de prijzen op de Aziatische LNG-markt toenamen. Deze hogere prijzen trokken ook de kosten voor LNG voor Europese landen omhoog, waardoor de prijs nog meer momentum kreeg.
Hoewel de situatie inmiddels stabiel is, zal de forse reactie van de markt niet hebben geholpen. Het toont namelijk hoe sterk de Europese Unie nog afhankelijk is van de Noorse markt en hoe relatief kleine incidenten de markt kunnen doen ontsporen. De laatst beschikbare data over het aandeel van Noors gas in de Europese importen dateert uit 2022 en bedraagt 26%. Hoewel data over 2023 (nog) niet bekend zijn, is de afhankelijkheid verder gegroeid.
Aanvoer blijft suboptimaal
Overigens zijn nog niet alle problemen aan het Noorse gasnet verholpen. In het weekend rapporteerde het Noorse gasbedrijf Equinor verschillende kleine verstoringen aan het Visundveld. Daardoor valt de extra gasopbrengst wat tegen. Het totale volume dat Noorwegen naar de EU en Groot-Brittannië exporteerde steeg van 256 miljoen tot 264 miljoen kubieke meter, een toename van 8 miljoen kubieke meter. Dit is een behoorlijk laag volume, aangezien na het verhelpen van de storing aan de pijplijn naar Groot-Brittannië 22 miljoen kubieke meter beschikbaar kwam. In totaal zou Noorwegen zo'n 300 miljoen kubieke meter gas naar de Europese markt moeten exporteren.
Aandeel hernieuwbare energie in de praktijk 20% lager
Ondertussen vertoont de elektriciteitsprijs grofweg hetzelfde patroon als vorige week, al worden de uitschieters naar boven en beneden vermeden. De prijs was grosso modo aan de hoge kant. Op dinsdag 5 juni werd elektriciteit voor €73,25 per megawattuur verhandeld. Doordeweeks bleef de prijs fors, maar in het weekend daalde de prijs behoorlijk, tot €24,93 op zondag. Op maandag 10 juni bereikte de elektriciteitsprijs het hoogste niveau van de week, bij een stand van €90,73.
In het algemeen liepen de opbrengsten uit hernieuwbare bronnen terug. Dat komt met name door een lagere windkracht. Het vermogen van zonnestroom was met 36,9% hoger dan vorige week. Daarentegen werd slechts 22,9% van de stroom door windturbines opgewekt. In totaal was het percentage aan hernieuwbare elektriciteit 59,8%.
Dit percentage lijkt vrij hoog, maar dat is in de praktijk tamelijk verraderlijk. De opwekking van hernieuwbare energie verliep deze week behoorlijk ongelijk, waardoor de hoeveelheid stroom die werd opgewekt op papier groter was dan in de praktijk. Dit komt met name door zeer forse pieken in de opwekking van zonne-energie, terwijl de windenergie amper voor een bodem zorgde. Ongelukkig genoeg waaide het daarnaast vooral hard op de momenten dat de zonnekracht zijn piek bereikte. Het gevolg van deze situatie was forse afschakeling en flink rendementsverlies. Door afschakeling ligt het percentage aan 'gratis' hernieuwbare stroom zo'n 10%-punt of 20% lager, zo is te lezen op het X-kanaal van Martien Visser van de Nederlandse Gasunie. Dit verklaart waarom de prijzen ondanks het op papier hoge aandeel van hernieuwbare energie aan de hoge kant bleven.