De olieprijs heeft deze week weer een kleine stap omhoog gezet. Een forse daling van de Amerikaanse commerciële reserves en geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten zijn de voornaamste redenen voor de toename. Ondertussen compenseerden berichten over de zwakkere Chinese economie de stijging licht.
De olieprijs heeft vergeleken met vorige week wederom een stap naar boven gezet. Op donderdag 27 juni werd olie voor $85,26 per vat verhandeld. Vrijdag 28 juni daalde de prijs iets, tot $85. Sinds die tijd steeg de prijs van olie. Maandag 1 juli stond de olieprijs op het hoogste punt sinds 1 april. Die dag was de prijs voor een vat $86,60. Inmiddels is de prijs weer wat gedaald.
Een belangrijke oorzaak voor de stijging is een aanzienlijke afname van de Amerikaanse oliereserves. Uit data van de Amerikaanse Petroleum Instituut (API) blijkt dat de commerciële reserves met ruim 9 miljoen vaten gedaald zijn. De verwachting van de markt was dat de reserves met 150.000 vaten zouden dalen. Dit nieuws zorgt voor flink wat opwaarts momentum, omdat de reserves de laatste weken forser stegen dan de markt verwachtte. Dit is een teken dat de vraag lager is dan verwacht.
Spelers op de oliemarkt wachten op een groeiende vraag naar olie, als gevolg van een seizoensmatige toename van het vliegverkeer. De verwachting van de markt is dat de vraag door deze seizoensmatige trend fors kan toenemen. De aanzienlijke daling van de reserves zou hierop kunnen duiden.
Geopolitieke spanningen
Daarnaast houden geopolitieke spanningen de olieprijs op peil. De angst voor een grootschalige Israëlische aanval op Libanon blijft de oliemarkt domineren. Israël geeft gemengde signalen af over een eventuele oorlog met het buurland. Zo zei de Israëlische minister van Defensie Yoav Gallant bij een staatsbezoek aan Washington dat Israël niet uit is op een oorlog in Libanon. In dezelfde boodschap zei de minister ook dat Israël in staat is Libanon terug naar het stenen tijdperk te bombarderen. Ondertussen geeft Iran aan dat Israël een vernietigende oorlog te wachten staat als het land Libanon binnenvalt.
Gisteren (3 juli) volgde het nieuws dat Israël een hoge commandant van Hezbollah heeft weten te doden. De commandant kwam om het leven bij een drone-aanval op zijn auto in de kuststad Tyrus. Volgens Israël was de commandant betrokken bij recente aanvallen in het grensgebied tussen Libanon en Israël.
Chinese economie remt stijging
Dat de stijging beperkt blijft, is het gevolg van signalen dat de Chinese economie in juni wat zwakjes liep. De Purchasing Managers Index (PMI) van het statistiekbureau van de Chinese overheid, een belangrijke graadmeter voor economische groei, kwam die maand uit op 49,5. Een PMI van boven de 50 geeft aan dat de economie groeit. Komt de PMI daaronder dan is er sprake van krimp. Daarmee heeft de PMI het laagste punt bereikt in vijf maanden. Deze uitslag zorgt voor twijfels over het herstel dat de Chinese economie de laatste maanden doormaakte. Daarnaast is het verbruik in 's werelds grootste productieland gedaald. Het Amerikaanse Energieagentschap (EIA) publiceerde deze week een rapport waaruit blijkt dat het Chinese olieverbruik in het eerste half jaar van 2023, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, met 300.000 vaten is afgenomen.
De dieselprijs steeg deze week met de olieprijs mee. Donderdag 27 juni werd diesel voor €131,44 verhandeld. Op maandag 1 juli bereikte de prijs het laagste punt van de week, bij een stand van €131,14. Daarna steeg de prijs van diesel weer. Woensdag 3 juli was de prijs juist het hoogst, €132,54.
