Europese exporteurs verloren bijna zeven jaar geleden een grote exportbestemming: Rusland. Het verbod op de import van een scala aan Europese goederen had veel effect op de markt. De Russische regering zelf verkocht het als een kans. Een kans om de zelfvoorzieningsgraad fors te verhogen en een grotere rol te gaan spelen op de wereldmarkt. Maar… heel succesvol lijkt het plan nog niet. Het land is namelijk nog steeds niet in staat om de gaten op te vullen met de binnenlandse productie, onderschrijven analisten.
Rusland stelde bijna zeven jaar geleden – in augustus 2014 – een verbod in op de invoer van bepaalde goederen uit westerse landen. De Russische regering beargumenteerde het importverbod als een reactie op de diverse sancties vanuit die landen. Het invoerverbod resulteerde erin dat vlees, vis, kazen, zuivelproducten, groente en fruit uit de Europese Unie en de Verenigde Staten niet meer welkom waren in Rusland. Eén jaar later werden de sancties uitgebreid naar Albanië, Liechtenstein, IJsland, Montenegro en Oekraïne.
Eigen productie verhogen
De hoeveelheid goederen die daardoor van de Russische markt verdween, moest worden opgevuld door de binnenlandse productie te verhogen. Met name de Russische productie van pluimvee- en varkensvlees ligt daardoor vandaag de dag hoger. De varkensvleesproductie steeg over de afgelopen jaren met 0,8 miljoen ton naar een totaal van 5,05 miljoen ton tegen het einde van 2020. De productie van pluimveevlees steeg in diezelfde periode met 1,6 miljoen ton naar 4,25 miljoen ton. Ook de binnenlandse visproductie nam toe: van 3,68 ton zalm in 2013 naar 4,21 ton in 2019.
Toch melden analisten dat het plan voor een groot deel mislukt is. Bovenstaande is namelijk niet voldoende om alle verdwenen import op te vangen. In de zeven jaar die zijn verstreken, is alleen de vleesinvoer aanzienlijk verminderd (-65%); van 2,5 à 3 miljoen ton tot minder dan 600.000 ton. De invoer van zuivelproducten zou afgelopen jaren met 30% gedaald moeten zijn, maar in werkelijkheid was dat 'slechts' 20%. Kijken we naar de invoer van groenten, dan is dat beeld nog duidelijker. De voorspelling was dat de invoer met 70,3% zou dalen, maar in feit is in de invoer tot het einde van afgelopen jaar maar met 27% gedaald.
De Russische regering moest dus op zoek naar andere landen om uit te importeren. En vanaf daar loopt het allemaal een beetje scheef. Analisten schrijven dat in veel gevallen alsnog – indirect dan – wordt geïmporteerd uit landen waarvoor vandaag de dag een importverbod geldt. Noorwegen exporteerde voor het importverbod bijvoorbeeld 40% van zijn vis richting Rusland. Dat land is vervangen door Chili en de Faeröer, waar vanuit Rusland respectievelijk 20% en 16% aan vis importeert. Tegelijkertijd is de export van Noorse vis richting Chili verdrievoudigd. Een ander voorbeeld is Ecuador. Dat land exporteert tegenwoordig zo'n 22% van het fruit richting Rusland, maar heeft tegelijkertijd de invoer vanuit de Europese Unie verzevenvoudigd. Voor de Chinese uitvoer van groenten geldt hetzelfde principe.
Succes of niet?
Het Kremlin is het echter niet eens met de bewering dat het instellen van het importverbod geen succes was. Volgens het ministerie was het doel van dat verbod om te kunnen voorzien in de eigen basisbehoeften, en dat is gelukt. Zo produceerde Rusland afgelopen jaren iedere keer zo'n anderhalf keer meer graan dan in eigen land wordt geconsumeerd. Het doel was een zelfvoorzieningsgraad van 95%, maar uiteindelijk is een percentage van 163% behaald. De zelfvoorzieningsgraad in vlees bereikte afgelopen jaren een niveau van 100,4% en die van plantaardige oliën komt uit op 190,1%.
Kortom: voor beide partijen valt wat te zeggen. Rusland is inderdaad meer zelfvoorzienend geworden als het gaat om de productie van diverse landbouwproducten. Tegelijkertijd wordt het importverbod niet strikt nageleefd, gezien indirect nog altijd producten uit de Europese Unie en de Verenigde Staten worden geïmporteerd. Daar ligt dan ook de kans voor Nederlandse exporteurs: exporteer naar landen die hun productie naar Rusland willen verhogen. Want de verwachting is niet dat de stugge houding van de Russen op korte termijn zal veranderen.