Olijvenexport daalt, maar exportwaarde stabiel

De totale export van bereide of verduurzaamde olijven is in de Europese Unie het afgelopen jaar licht gedaald, met 4,1% tot 736.000 ton. In waarde is de Europese olijvenexport echter vrijwel gelijk gebleven, op $1,5 miljard. Dat komt door de hogere exportprijs van afgelopen jaar (+4,4%). In waarde zijn Spanje ($761 miljoen), Griekenland ($543 miljoen) en Italië ($80 miljoen) de belangrijkste landen voor de Europese Unie; ze zijn samen goed voor 90% van de totale export.

Grootste exporteurs
Zoals hierboven beschreven, was Spanje – in waarde – een van de belangrijkste exporteurs. Ook in absolute aantallen staat het bovenaan, met een export van ongeveer 462.000 ton. Dat is 63% van de totale Europese olijvenexport. Wel is, ten opzichte van een jaar eerder, een daling zichtbaar van 10%. Op grote afstand volgt Griekenland. Dat land exporteerde vorig jaar 193.000 ton olijven, goed voor 26% van de totale export. Griekenland was daarmee over het afgelopen jaar de snelst groeiende exporteur.

Portugal (25.000 ton) en Italië (23.000 ton) hadden elk een aandeel van 7% in de totale Europese export van bereide of verduurzaamde olijven. Italië heeft daarbij een relatief stabiel exportpatroon over de afgelopen jaren. Dit in tegenstelling tot Portugal. Dat land heeft in een jaar tijd een daling van 27,3% gerealiseerd in de olijvenexport.

Exportprijs hoger
Eerder schreven we al dat de exportwaarde vrijwel gelijk is aan afgelopen jaar. Dat komt onder andere door een stijging van de exportprijs. Die is vorig jaar met 4,4% gestegen tot $2.089 per ton. De prijzen varieerden wel flink per land. Het land met de hoogste exportprijs was vorig jaar Italië, met $3.477 per ton. In Portugal werd het minste betaald voor de export: $1.507 per ton.