Cornelis van Eck uit Herkingen (Zuid-Holland) teelt sinds vier jaar quinoa. "Ik krijg vaak te horen dat het een sexy gewas is." Na jarenlang gangbare akkerbouwer te zijn geweest, koos hij voor omschakeling naar biologische teelt. Geen ideologische keuze, maar omdat hij de uitdaging in 'gewone' teelten miste. "Je kan doen wat je al jaren doet, maar het is fijner om iets te kiezen waar je blij van wordt." Van Eck hoopt dat supermarkten over een paar jaar ook Nederlandse quinoa in het schap leggen. Hij vindt het vreemd dat nu vooral Zuid-Amerikaanse quinoa wordt verkocht, en dat in een tijd waarin local for local terrein wint.
Van Eck (Agreck) slaat graag een andere weg in. Nadat de akkerbouwer het bedrijf in 2002 van zijn vader overnam, koos hij voor bijzondere teelten als vlas. "Net even anders, dat sprak mij aan. Daarnaast teelde ik wortelen, uien en tafelaardappelen. Aangezien de oude, nostalgische schuur versleten was, werd deze herbouwd. Hierin werd een kistenbewaring gerealiseerd voor het drogen en opslaan van de gewassen. Die schuur gebruiken we nog steeds", demonstreert Van Eck. Met zijn zoon Jac werkte hij in de coronacrisis veel samen. Een goede testcase voor later. "Hij studeert nog aan de HAS in Den Bosch. Als hij over anderhalf jaar klaar is, dan kan hij in dit bedrijf komen werken. En als ik merk dat hij in zaken beter is, doe ik een stapje terug. Zo simpel is het. Hij is meer een plantenman, ik ben meer van de techniek."
Waarom quinoa?
"Ik ben altijd op zoek naar gewassen die je niet voor de bulk hoeft te telen. Quinoa kwam op mijn pad via een vertegenwoordiger die vroeg of dit iets voor mij was. Ik begon in 2017 met gangbare quinoa, maar merkte dat de markt al gauw verzadigd was. Dat was de reden om later biologisch te telen. "Ik begon het inzaaien met grasklaver. Dit werd als 'omschakel grasklaver' verkocht, na twee jaar mag dit pas als biologisch worden verkocht. Je moet er een lange adem voor hebben."
Van Eck begon met afzet aan Dutch Quinoa Groep. Dit bedrijf werd in 2020 overgenomen door Greenfood 50, waar de akkerbouwer nu al zijn quinoa aan levert. Hij is blij met de samenwerking, al merkt hij soms wel dat de prijs onder druk staat. Inmiddels is hij voor 80% overgeschakeld naar bio. Naast quinoa, teelt hij biologische aardappelen, suikermais, boerenkool, uien en witlofpennen op percelen in Herkingen en volgend jaar ook nog in Dirksland. Dit jaar speelden wisselvallige weersomstandigheden een grote rol. Het voorjaar was te koud en de zomer te nat, waardoor de grond was dichtgeslagen. "Daardoor hebben we een mindere oogst gedraaid dan een jaar eerder."
Nederland is een doorvoerland
Nederland importeerde in 2016 ongeveer 5,5 miljoen kilo quinoa, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het merendeel verdwijnt naar het buitenland; Nederland is een doorvoerland. Toch blijft meer dan 2 miljoen kilo in Nederland achter voor consumptie. Dat is 7,5 keer zoveel als we in 2012 consumeerden. De Europese quinoa-consumptie neemt toe, met een sterke groei van lokaal geteelde quinoa. Als gevolg hiervan stabiliseert en daalt in deze landen de import van buiten de Europese Unie. Van nature kan quinoa goed tegen grond met een hoog zoutgehalte. Ook op kleigrond, waar Van Eck teelt op Goeree-Overflakkee, gedijt quinoa goed.
Quinoa is jarenlang erg populair geweest, als vervanging van aardappelen. Het lijkt nu over zijn hoogtepunt heen. "Dat vind ik niet. Het is nog steeds een sexy en interessant gewas. Op ons erf stoppen regelmatig mensen die willen weten wat quinoateelt inhoudt. Het is nog niet over het hoogtepunt heen. Als ik mensen vertel dat ik boer ben, vinden ze dat leuk. Maar als ik aangeef quinoa-teler te zijn, dan hebben mensen véél meer interesse. Het product is ook ontzettend gezond. De consument zet het ook in om af te vallen. Er zitten veel eiwitten in, dus je kan het inzetten als vleesvervanger." In tegenstelling tot Zuid-Amerikaanse quinoa, is Nederlandse quinoa niet bitter van smaak. "Dat komt omdat wij het door rassenkeuze zonder vliesje telen, waardoor de bittere smaak er niet is."
Geen Nederlandse quinoa in het schap
Als het gesprek op supermarkten komt, laat Van Eck zich wat kritischer uit. Hij merkt dat de Nederlandse supermarkten geen interesse in quinoa van eigen bodem hebben. "Een gemiste kans. Iedereen heeft nu de mond vol van local for local. Maar wat zie je daarvan terug in het schap? Er ligt met name product uit Zuid-Amerika. En ik heb veel gereisd, en gezien dat er in die landen veel residu op producten zit. Wij telen het hier 'schoon'. De supermarkten kiezen vaker voor goedkoop, dan voor lokaal. Wij kunnen een voorbeeld nemen aan Duitsland en Oostenrijk. Die landen kiezen eerst voor het lokale agf-product bij de inkoop. Pas daarna komt het importproduct aan de beurt."
Op deze zomerse septemberdag lacht de 54-jarige akkerbouwer Van Eck breeduit als het over de toekomst gaat. "Die zie ik positief in, zeker door de samenwerking met mijn zoon Jac. Wij vullen elkaar mooi aan. Ik ben trots dat hij de HAS doet. In mijn tijd ging je alleen naar de middelbare landbouwschool. Ik had ook best door kunnen studeren, maar heb dat niet gedaan. Een gemiste kans, maar mijn eigen keuze toen. Jac heeft zich veel meer algemeen ontwikkeld, dat geef ik eerlijk toe."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.