De noteringen voor ruwe olie lieten afgelopen week een kleine opmars zien. Wordt de bovengrens verlegd of is dit slechts een incident? Op de elektriciteitsmarkt was het niet zo'n spektakel als vorige week, maar rustig is het allerminst.
De oliemarkt trapte vorige week af met een lichte daling. Eén vat Brent-olie kostte maandag 20 september $74,07. Door de week heen steeg de notering gestaag, tot $77,47 per vat op vrijdag 24 september. Daarmee tikt de olieprijs het hoogste niveau in bijna drie jaar tijd aan. Analisten zijn echter verdeeld over welke richting de markt nu op gaat. Brent beweegt vanaf juni al vrij constant tussen de $70 en $75 per vat.
De economische vooruitzichten zijn echter positief; de bovengrens kan daardoor verlegd worden. Het koopgedrag van speculanten onderbouwt die gedachte. Short posities worden immers afgedekt. Dat is vrij ongebruikelijk en vaak een teken dat er wordt gerekend op een stijging van de koers in de oliemarkt.
Anderen zijn minder optimistisch, vooral door de recente ontwikkelingen in China. Het vastgoedbedrijf Evergrande zit (met een schuld van $300 miljard) diep in de problemen en er wordt gevreesd voor faillissement. De sector is goed voor ongeveer 25% van het Chinese bruto binnenlands product. Een bankroet van Evergrande kan daarom duidelijke gevolgen hebben voor de Chinese economie. Het faillissement kan, net zoals in 2008 bij de val van Lehman Brothers, een domino-effect in de wereldeconomie veroorzaken.
Stroom onverminderd duur
Er zijn deze week geen records gebroken op de elektriciteitsmarkt, maar de prijzen blijven ongekend hoog. Zondag 19 september stond de EPEX-Spot op €106,03 per MWh, een prijs die de afgelopen jaren niet of nauwelijks voor is gekomen. De notering bereikte woensdag, met €158,19 per MWh, het hoogste niveau.
Het feit dat weinig stroom uit wind en zon wordt gehaald en de prijzen voor kolen en gas hoog zijn, blijven de belangrijkste oorzaken voor de historisch hoge elektriciteitsprijzen. De prijsdipjes van deze week, met name die van donderdag 23 september hangen direct samen met het aanbod van stroom. Immers aantrekkende wind zorgt direct voor meer aanbod en een kleine daling in de prijs.
De Nederlandse prijzen liggen hoger dan in Duitsland en Frankrijk. Vooral Frankrijk heeft de beschikbaarheid van stroom goed onder controle, door beschikking over veel en relatief goedkope elektriciteit uit kerncentrales. Het kan overigens ook erger. In Groot-Brittannië liggen de prijzen hoger. Daar zijn ook al een aantal energieleveranciers omgevallen vanwege het verkeerd of onvoldoende afdekken van de prijsbeweging.