De energiemarkten zijn oververhit. De brandstofprijzen breken records en ook de elektriciteit- en gasrekening zijn torenhoog. Voor zowel huishoudens als bedrijven is dit een forse domper net nu de coronacrisis achter de rug lijkt. Of is dit juist de keerzijde van de medaille?
De directe oorzaak van de hoge prijzen ligt bij het einde de coronacrisis. Nu de maatregelen in veel landen zijn versoepeld, nemen de economische activiteiten toe. Wegen stromen vol en de industrie draait overuren. Dit is echter maar één kant van het verhaal. De olieproductie laat het afweten. Tijdens de coronacrisis viel de vraag sterk terug en toen hebben veel boorplatformen afgeschaald in capaciteit. En die capaciteit is niet zomaar terug. Met de opkomst van hernieuwbare brandstoffen investeren raffinaderijen de laatste jaren sowieso al minder in nieuwe productiecapaciteit.
De prijs voor één vat Brent-olie is opgeklommen tot bijna $80 per vat. Dit is fors hoger dan we de laatste jaren gezien hebben. Tegelijkertijd bewoog olie tussen 2011 en 2014 bijna non-stop boven de $100 per vat; dus het kan nog veel hoger. De benzine- en dieselprijzen staan – in historisch perspectief – relatief hoger dan de olieprijzen. Dit heeft te maken met de zwakke euro ten opzichte van de dollar. Hierdoor is de import van olie (dat veelal wordt verhandeld in dollars) duurder en dat wordt doorberekend naar de eindgebruikers.
Het einde van de prijsstijgingen is nog niet in zicht, zo zijn veel analisten en banken van mening. Goldman Sachs verwacht dat de olieprijs richting het einde van dit jaar oploopt tot $90. In dat geval wordt tanken aan de pomp nóg duurder. De herfst is op het noordelijk halfrond pas net begonnen en de winter staat nog voor de deur. Wat dat betreft komen de stijgende energieprijzen op een onhandig moment. Het opwaartse momentum in de markt wordt daarom niet snel anders, hoewel er volgens analisten wel degelijk speculatie in de koers zit. Hoe kouder de winter, hoe meer vraag naar olie, zo wijst het verleden uit.
Tegelijkertijd is het aannemelijk dat raffinaderijen meer olie oppompen nu de prijzen lonend zijn. De oliemarkt kijkt nu reikhalzend uit naar het overleg van de OPEC+ die volgende week plaatsvindt. Dan bespreekt het oliekartel of de huidige productie van 400.000 vaten per dag wordt opgeschroefd. Analisten verwachten overigens niet direct dat de OPEC+ dit gaat doen. Dit omdat de deltavariant van het coronavirus nog niet onder controle is en dat kan de vraag doen afremmen. Veel zal ook afhangen van China. Het Aziatische land heeft deze week aangegeven de olievoorraden te willen verruimen om beter voorbereid te zijn op een mogelijke energiecrisis.
De correlatie tussen de olie- en gas- en elektriciteitsprijzen
Op sommige momenten is wel een correlatie tussen de olieprijzen en de gas- en elektriciteitsprijzen, maar lang niet altijd. De fundamenten van de markten zijn anders en de dynamiek is daardoor verschillend. Net als de oplopend olieprijs zijn de hoge gas- en elektriciteitsprijzen een gevolg van de aantrekkende economie. De prijs van de Nederlandse TTF-future, het belangrijkste referentiecontract voor aardgas in Europa, heeft de grens van €100 per megawattuur aangetikt. Dit is vijf keer zo hoog als in 2020. Dat de prijzen voor olie, gas en elektriciteit nu gezamenlijk pieken, is een gevolg van de grote energiebehoefte die is ontstaan en niet zozeer dat de markten elkaar mee omhoog trekken.
Of het tot maatschappelijke escalaties leidt, is de vraag. Het is in elk geval (nog) niet per se waarschijnlijk. Wanneer de hoge prijzen voor stroom, gas en olie langer aanhouden, stevenen we af op een energiecrisis. Dat doet pijn in de portemonnee en tast bedrijfswinsten aan. De situatie kan ontsporen als er paniek ontstaat over de leveringszekerheden. Vooralsnog is de leveringszekerheid van energie in Nederland (en de omliggende landen op het vaste land) niet in het geding.
Los van escalaties ligt een nieuwe energiecrisis op de loer. De koopkracht van consumenten gaat dan flink achteruit en dat is niet het enige. Olie weegt zwaar mee in inflatiemandjes. Als de inflatie stijgt, is het aannemelijk dat centrale banken sneller dan gepland de rente verhogen met alle gevolgen van dien. Ook kan het zijn dat de maakindustrie, geconfronteerd door de hoge energieprijzen, de productie terugschroeft en daarmee vallen er mogelijk gaten in de toeleveringsketen van veel sectoren. In de kunstmestindustrie zien we dat al gebeuren. Dit maakt de huidige situatie economisch gezien spannend en complex.
Maatregelen
Veel overheden beraden zich momenteel op het nemen van maatregelen. Daarbij moeten we onderscheid maken tussen kunnen en willen. Want of er politiek draagvlak is om de accijnzen op brandstof of de btw op energie tijdelijk te verlagen, valt - met het oog op de klimaatverandering - nog maar te bezien. De crisis wordt door sommige partijen namelijk ook uitgelegd als een prikkel om sneller af te stappen in het gebruik van fossiele brandstoffen.
De maatregelen verschillen per land. De Franse regering heeft laten weten de prijzen voor gas en energie voor een halfjaar te willen bevriezen. Hier speelt ook een politiek motief mee, gezien in april nieuwe verkiezingen zijn. De Britse regering overweegt noodleningen te verstrekken aan energiebedrijven die dreigen failliet te gaan. In Nederland wil minister Blok (Economische Zaken) de mogelijkheid openhouden om voor een korte periode een beperkte hoeveelheid gas uit Groningen te halen. Dit is echter meer een noodvoorziening dat geen dempend effect op de gasprijzen zal hebben. Veel lidstaten roepen op tot Europees overleg, gezien het probleem de landsgrenzen overstijgt.