Een deel van de aardappeltelers in België en Nederland kon gedurende de coronacrisis een beroep doen op de zogenaamde ‘coronasteun’. En steun was hard nodig, want de afzetprijzen kwamen op gegeven moment niet hoger dan €2 per 100 kilo. Heeft die steun uiteindelijk effect gehad op de marktprijzen voor bijvoorbeeld diepgevroren aardappelproducten? Wageningen University & Research moest het uitzoeken.
Anderhalf jaar geleden kregen we in Nederland voor het eerst te maken met maatregelen als gevolg van het coronavirus. Wat begon met een advies tot thuiswerken, breidde zich in rap tempo uit naar volledig thuisblijven. De horecasector ging op slot en dat had flink wat gevolgen voor de afzet van aardappelen. Eind maart gingen organisaties en belangenbehartigers in de Nederlandse akkerbouw ervan uit dat ongeveer 1 miljoen ton aardappelen niet afgezet kon worden. Met name voor fritesaardappelen zou geen bestemming te vinden zijn. Veel van de 'overgebleven' aardappelen zijn uiteindelijk naar de veevoerindustrie gegaan.
Bovenstaande had flinke gevolgen voor de prijzen van fritesaardappelen, zowel in Nederland als in België, Duitsland en Frankrijk. De aardappeltermijnmarkt zakte, een week na de inschatting van de aardappelorganisaties, bijvoorbeeld naar het laagste punt in twintig jaar tijd. Een prijs van €2,80 per 100 kilo werd genoteerd. De fysieke handel in fritesaardappelen viel volledig stil. Er werd alleen verwerkt als dat echt nodig was wegens contractuele verplichtingen. De gemiddelde fritesnotering bleef van begin april tot begin november noteren tussen de €1,00 en €2,00 per 100 kilo. Een niveau ver onder de kostprijs.
Steun had weinig effect
In België en Nederland – de landen waar de meeste aardappelen verwerkt worden – werd daarom de zogenaamde 'coronasteun' in het leven geroepen, speciaal voor fritesaardappeltelers. Die steun kwam deels voort uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Opvallend is dat in Duitsland en Frankrijk geen steun verleend werd aan de aardappeltelers. Het is – zo blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research – maar de vraag in hoeverre die steun een daadwerkelijke bijdrage heeft geleverd in het herstel. Slechts een deel van de productiekosten werd gedekt (maximaal €60 per ton) en ook maar een klein gedeelte van de telers kwam ervoor in aanmerking (degenen zonder contract). Eind 2020 maakte de overheid bekend oor €40 miljoen aan steun te hebben verleend.
Tegelijkertijd was er wel een angst dat de steun marktverstorend zou kunnen werken. Dat is de reden dat Wageningen University & Research onderzoek heeft gedaan naar het effect van de coronasteun op de markt. Het antwoord op die vraag? Het effect op de prijsvorming was nihil. "Dit omdat de maatregelen achteraf verkondigd werden", stellen de onderzoekers. "De nationale coronasteun heeft geen invloed gehad op de aardappelprijzen en de prijzen van diepvries aardappelproducten in Nederland, België, Duitsland of Frankrijk. Dit omdat de steun ter compensatie was van aardappelen die niet voor verwerking verkocht konden worden. Aardappelen met een contract werden tegelijk buitengesloten."
Vandaag de dag is de markt zo goed als hersteld. De fritesfabrieken draaien op volle toeren en hebben recent nieuwe records verbroken. Toch blijft de 'coronawolk' boven de markt hangen. Helemaal nu dinsdag 2 november weer een persconferentie wordt georganiseerd en de cijfers de verkeerde kant op bewegen. Hierdoor zakte de termijnmarkt voor het april 2021-contract afgelopen week terug van €21 per 100 kilo naar €19 per 100 kilo. Onzekerheid blijft dus nog wel een factor.