Uienexport loopt als een trein, wat doet de prijs?

Het exportcijfer van uien ligt al negen week boven de 30.000 ton per week. Dit seizoen is tot en met week 44 - de laatste week waarover de cijfers zijn gepubliceerd - al 501.219 ton geëxporteerd. Dat is ruim 17.000 ton meer dan vorig jaar. Met de vraag naar uien zit het dus wel goed. Komt dat ook tot uiting in de prijzen?

De telersprijzen lopen doorgaans wat op in de periode na de oogst (eind september/begin oktober), tot het nieuwe jaar. Ondanks dat de uienexport goed loopt, blijft dat effect tot nu toe uit. Er zijn verschillende verklaringen voor die beweging. Sommige analisten wijzen erop dat de export zo goed loopt, omdat de prijs concurrerend is. Dat kan een goede verklaring zijn. Echter, als we de export en de prijs van vorig jaar met de huidige markt vergelijken, dan hoeft de zeker niet dé reden te zijn.

Flauwe stemming
De kwaliteit van de uien speelt ook een belangrijke rol in de prijsvorming. Partijen die buiten de kwaliteitseisen van de notering vallen, worden niet meegenomen in de notering, maar bepalen toch deels de stemming. Een agrarisch ondernemer met een matige partij vertelt aan zijn collega's "dat hij heeft moeten leuren om ze kwijt te raken". Een commissionair of verwerker laat zich wat ontvallen en voor je het weet wordt de markt naar beneden gepraat. Dat speelt nu ook een beetje en dit wordt versterkt door telers die bang zijn de slag te missen.

Afgelopen seizoen liepen de prijzen in de eerste helft van het seizoen op en gingen ze in de tweede helft weer wat omlaag, ondanks optimisme dat het richting het einde wel goed zou komen. Onder de agrarisch ondernemers heerst de vrees dat dit scenario zich dit seizen herhaalt, mede ingegeven door de recordhoeveelheid geoogste uien. Telers willen daarom nog voor het nieuwe jaar verkopen, wat zorgt voor meer aanbod en dat zet de (telers)prijzen weer onder druk.