De aardappelindustrie in Nieuw-Zeeland heeft coronajaar 2020 goed doorstaan. Uit het jaarverslag blijkt dat de omzet van de aardappelsector groeide en dat de fritesimport zelfs licht is gekrompen. De discussie over vermeende fritesdumping vanuit Nederland en België lijkt daarmee definitief in de kiem gesmoord.
Kort na de uitbraak van het coronavirus luidde brancheorganisatie Potatoes New Zealand (PNZ) de noodklok. Goedkope frites vanuit de Europese Unie, onder aanvoer van Nederland en België, zou de interne markt verstoren en prijsdalingen tot 38% veroorzaken. Immers, in de Europese Unie leidden de lockdowns tot enorme aardappeloverschotten en de verwerkende industrie was naarstig op zoek naar alternatieve afzetmarkten. Telers en verwerkers in Nieuw-Zeeland drongen bij de overheid aan op importrestricties, maar die kwamen er niet.
Het ministerie van Zaken, Innovatie en Werkgelegenheid (MBIE) deed een onderzoek naar de situatie en presenteerde afgelopen voorjaar een conclusie: ja, er is sprake van dumping, maar die vormt geen bedreiging voor de binnenlandse markt. Die conclusie lijkt PNZ nu ook te trekken, al gebruikt de organisatie andere woorden. "Ondanks de bedreiging voor de verwerkende industrie, als gevolg van goedkope Europese invoer, zijn we doorgegaan met het produceren van de beste Nieuw-Zeelandse aardappelproducten. De gegevens van 2020, gepresenteerd in ons verslag, laten een aanhoudende waardegroei zien." De waarde van de Nieuw-Zeelandse aardappelindustrie kwam uit op $1,16 miljard. Een stijging van ruim 6% ten opzichte van 2019 ($1,09 miljard).
Hogere omzet fritesindustrie
Ook de fritesfabrieken leverde een bijdrage aan die groei. De verwerkende industrie realiseerde afgelopen jaar een omzet van bijna $616 miljoen. Dat is iets meer dan de $610 miljoen van het jaar daarvoor. Het verwerkte volume kromp wel aanzienlijk: van 175.00 ton naar 158.000 ton. Daarvan is 18.158 ton frites vanuit het buitenland gehaald. Terwijl twee jaar geleden het geïmporteerde volume nog op 18.606 ton frites uitkwam. De import lag dus bijna 3% lager.
Volgens PNZ zijn de resultaten met name te danken aan een sterke binnenlandse markt. De export kreeg door de coronapandemie namelijk flinke tegenslagen te verwerken. Dat is terug te zien in de jaarcijfers. De Nieuw-Zeelandse fritesexport kromp afgelopen jaar 23% naar een waarde van $78 miljoen. Dat gat werd opgevangen door de fritesafzet naar de retail, die steeg ruim 24% en was goed voor $107 miljoen. Ook de fritesafzet via de foodservice steeg licht (+4%) naar $429 miljoen.
Ambitie 2025 nu al behaald
Met de huidige cijfers zit de Nieuw-Zeelandse aardappelindustrie boven het streefdoel. In 2013 werd een ambitie neergelegd van 50% marktgroei in 2025. De sector zit inmiddels al op een groei van 58%. De export daarentegen groeit minder hard. Tussen 2013 en 2019 nam de export in waarde met ruim 16% toe, terwijl verdubbeling in 2025 het doel is. Het coronajaar, waarin de exportcijfers flink afwijken, geeft geen realistisch beeld van het verdere verloop.
