De uienexport liep tot nu toe voorspoedig. Maar nu de vraag uit West-Afrika terugloopt, is het zoeken naar andere bestemmingen. Wat betekent dat voor de prijzen?
In de laatste volle week voor Kerst hebben Nederlandse exporteurs even flink gas gegeven. Het voorlopige resultaat staat op 43.203 ton, de derde week met meer dan 40.000 ton dit seizoen en de beste decemberweek ooit. Het totale exportresultaat dit seizoen komt daarmee op 768.054 ton. Alleen vorig jaar werden meer uien geëxporteerd.
Dat de vraag voor de jaarwisseling aantrok, komt voor een belangrijk deel doordat Senegal de grenzen langer open heeft gehouden. Het land stelt in december een importquotum in om de lokale telers te beschermen. Daar is nu mee geschoven om de overgang van geïmporteerde uien naadloos aan te sluiten op de start van de oogst in Senegal. Door de datum op te rekken, was er de laatste weken extra vraag naar uien op de Nederlandse markt. Per 10 januari is de grens alsnog dicht.
Afwachten
Nu de vraag naar uien vanuit Afrika - veruit de grootste bestemming in de eerste helft van het seizoen - afneemt, is de zoektocht naar alternatieve bestemmingen gestart. Vorig jaar liep dat stroef en dat zit bij verwerkers, handelaren en telers nog vers in het geheugen. De handel neemt daardoor een afwachtende houding aan. Dat wordt versterkt door de recordoogst in 2021. Verminderen we de oogst met de export, dan hangen er niet extreem veel uien boven de markt.
Nederland heeft in Europa, qua prijs, een voordeel. De telersprijzen blijven redelijk stabiel en lopen van €9 tot €11 per 100 kilo op regionale beurzen. Ook de DCA Baalprijzen zijn stabiel, op €14,50 tot €15 per 100 kilo afhankelijk van de maat. De huidige telers- en baalprijzen liggen gemiddeld lager dan in Polen, Duitsland of Frankrijk. Dat biedt kansen voor de Nederlandse exporteurs.