De opmars van de melkprijzen is snel gegaan, maar begin 2022 lijkt de top nog niet bereikt. Afgaande op de hoge grondstofwaarde van melk kunnen de uitbetalingsprijzen nog een stap zetten.
In november ging de grondstofwaarde van melk, berekend door het IfE (Institut für Ernährungswirtschaft) in Kiel, door de grens van €50 per 100 kilo en vestigde daarmee een nieuw record. In het verleden was €50 altijd een onbereikbare vesting, maar dat is door de prijsrally op de zuivelmarkt intussen niet meer het geval. Rekening houdend met de oplopende inflatie in de eurozone is dat voor de melkveehouderijsector een gunstige en ook noodzakelijke ontwikkeling.
De grondstofwaarde van melk steeg afgelopen december tot €52,40 per 100 kilo. Op basis van de actuele termijnmarktkoersen wordt door het IFE zelfs een grondstofwaarde voor januari en februari boven €55 berekend. Grosso modo is dit ruim €10 hoger dan de onderkant van de huidige uitbetalingsprijzen bij de meeste verwerkers in Nederland. Op basis van deze kloof is het aannemelijk dat de melkprijzen in het eerste kwartaal kunnen doorstijgen. Verder weg is nog koffiedik kijken.
Solide zuivelmarkt
De huidige grondstofwaarde van het IFE is tegelijkertijd een onrealistisch koersdoel voor de melkprijzen. Dit omdat de grondstofwaarde berekend wordt op basis van de weeknoteringen, terwijl het fundament onder de melkprijzen niet alleen gebaseerd is op daghandel. De langetermijncontracten (halfjaar- en jaarcontracten) liggen doorgaans op een lager niveau. De zuivelmarkt ligt er momenteel solide bij. Hoewel de boterprijzen begin 2022 onder druk staan, voelt de zuivelmarkt dankzij de lagere melkaanvoer over de hele linie vast aan. De melkpoederprijzen hebben daarbij de meeste stijgingspotentie.