De notering voor maïs op de Matif liet maandag 7 maart al een voorzichtige daling zien. En dinsdag 8 maart volgt de Parijse termijnmarkt diezelfde lijn. Na ruim één week van stijgende tarwekoersen zet de beurs een lagere prijs op het bord.
Het maartcontract is dinsdag 8 maart gesloten op €395 per ton. Dat is 6,5% lager dan de slotkoers van één dag eerder, maar hoger dan vrijdag 4 maart. Toen sloot de notering op €393,75 per ton. Het meicontract daalde met 6,4%, tot €371,25 per ton. Het eerste contract van de nieuwe oogst (september) sloot ook lager, op €318 per ton. Dat is 6% lager dan maandag. De overige contracten voor de nieuwe oogst zakten met percentages tussen de 3% en 4%, maar blijven grotendeels boven de €300 per ton staan. Alleen het mei 2023 contract sloot onder die grens: €297 per ton. Alle contracten voor de nieuwe oogst staan boven de slotkoersen van voor het weekend.
De Amerikaanse tarwenoteringen op de CBoT in Chicago laten een grotere daling zien dan de Europese notering. Tijdens het schrijven van dit artikel liggen de verliezen, zowel voor de contracten voor de oude oogst als voor de oogst van 2022, tussen de 8% en 10%. Het maartcontract staat op $1.311,25 per bushel (circa €443 per ton).
De maïsnotering op zowel de Matif als de CBoT laten kleinere verliezen zien. Op de Matif is het juni 2022 contract met 1,6% gezakt naar €346 per ton. Op de CBoT zijn de maïsnotering voor zowel de oude als de nieuwe oogst met 0,6% tot 2,6% gedaald ten opzichte van maandag.
Wat doet de fysieke markt?
Bovenstaande noteringen betreffen de termijnmarkten. Maar ook regionale Nederlandse beurzen lieten afgelopen weken een ongekende prijsstijging zien. Rotterdam noteert €415 per ton voor week 10. Dat is €65 hoger dan één week eerder en maar liefst €118,50 hoger dan in week 8. Nu is de notering in Rotterdam voor een grootdeel gebaseerd op de prijzen van de industrie en handel. De beurzen van Goes en Groningen - die meer een beeld van de telersprijzen geven - noteren iets lager, op respectievelijk €360 en €350 per ton in week 10. Goes is daarmee met €70 gestegen en Groningen met €49 per ton.
De noteringen op de fysieke markt zetten daarmee een ongekende stap naar boven. Een stijging van €70 per week of ruim €100 in veertien dagen is zelden of nooit vertoond. Over de termijnmarkt klinkt nogal eens de kritiek dat speculanten de koers opblazen. Op de regionale beurzen gaat het om daadwerkelijke transacties van tarwe. Daarbij is er natuurlijk een wisselwerking tussen fysieke markt en de termijnmarktkoers.