De granenmarkt laat een gemengd beeld zien. De tarwenotering in Parijs zit in de lift, terwijl de koers in Chicago daalt. Daarmee reageren handelaren anders op de ontwikkelingen uit Azië. Soja zet op de CBoT een stapje terug, terwijl maïs op beide beurzen in de plus sluit.
Het meicontract voor tarwe steeg afgelopen handelssessie op de Matif naar €408,25 per ton. Dat is €1,25 hoger dan voor het weekend. De notering houdt daarmee de stijgende lijn voor de vierde dag op rij vast. Ook de contracten voor de nieuwe oogst lieten voorzichtig een plus zien, op één uitzondering na: het decembercontract daalde afgelopen handelssessie met €0,50 naar €359,50 per ton.
Op de CBoT in Chicago sloot tarwe marginaal lager. Het meicontract staat op $1.062 per bushel. De contracten voor de nieuwe oogst deden eveneens een stapje terug. Opvallend is dat vrijwel alle contracten voor de nieuwe oogst hoger noteren, dan het laatste contract van de oude oogst. Het julicontract sloot op $1.072,50 per bushel en dat loopt af naar $1.063,25 per bushel voor het maart-2023-contract.
Maïs sloot op de Matif in Parijs afgelopen handelssessie op €333 per ton. Op de CBoT-notering kwam dit gewas uit op $800,25 per bushel. Soja zakte met 0,7% af, naar $1.703,50 per bushel.
Matige stand van de tarwe
In de Verenigde Staten blijft de matige stand van de tarwe op de 'zuidelijke prairies' gemoederen bezighouden. In de maandag 25 april gepubliceerde editie van het Crop Progress-rapport blijkt dat het zaaien van zomertarwe in de noordelijke staten achterloopt op het vijfjarige gemiddelde. Zo'n 13% van de zomertarwe is gezaaid, vergeleken met een vijfjarig gemiddelde van 15% voor de periode van het jaar. Het is overigens wel meer dan waar analisten en handelaren eerder vanuit waren gegaan.
Bovenstaande kan een verklaring zijn voor de daling van de tarwenotering op de CBoT in Chicago. Het zaaien van maïs loopt nog steeds flink achter op het meerjarige gemiddelde. Het vijfjarige gemiddelde staat op 15%. Dit jaar zit pas 7% van het geplande maïsareaal in de grond.
Uitgiftestop
China verraste gisteren (25 april) de markt door de veilingen van tarwe uit de nationale strategische reserves vanaf deze week te stoppen. Vorig jaar liep de uitgifte door tot 10 mei. Veevoerproducenten waren dit seizoen al uitgesloten. De overheid nam die maatregel om de tarweprijs te drukken en de toch al kleinere voorraad van dit seizoen niet te ver terug te laten lopen. Het relatief vroeg stoppen met het op de markt brengen van reserves voedt volgens analisten de geruchten dat de Chinese tarwevoorraad kleiner is dan waar bijvoorbeeld het Amerikaanse landbouwministerie (USDA) mee rekent.
India ruikt verder kansen om een grotere rol op het wereldtoneel te spelen, als gevolg van geopolitieke spanningen die tot uitbarsting zijn gekomen met de oorlog in Oekraïne. India wil meer tarwe op de wereldmarkt brengen om de voedselinflatie te beheersen, zei de Indiase minister van Buitenlandse Zaken in een conferentie met Europese en Aziatische ministers. Dit moet wel goedgekeurd worden door de Wereldhandelsorganisatie (WTO). "India is bereid om naar voren te treden bij grote mondiale vraagstukken." Volgens de minister exporteert India al meer tarwe om het wegvallen van graan uit het Zwarte Zee-gebied te compenseren.
