De granenmarkt heeft afgelopen handelssessie een stapje naar boven gezet. Voor een deel komt dat door weersverwachtingen in de Verenigde Staten. Het zaaien van maïs en soja loopt in dat land achter door de koude en natte omstandigheden.
Het meicontract op de Matif steeg afgelopen handelssessie naar €415,25 per ton, wat €7 hoger is dan slotkoers van maandag 25 april. De contracten voor de nieuw oogst zijn gisteren allemaal boven de €360 per ton gesloten. Het septembercontract staat op €374,50 per ton en dat loopt af tot €362 per ton voor het mei-2023-contract. Op de CBoT in Chicago steeg de tarwenotering met 2% tot $1.084 per bushel. Omgerekend is dat circa €375 per ton. Maïs en soja plusten eveneens, al is het veel bescheidener: respectievelijk 0,5% en 0,3%.
Het weer in de Verenigde Staten is een belangrijke oorzaak voor de stijging. Op de zuidelijke prairies richt droogte schade aan de wintertarwe. Slechts 27% van de Amerikaanse wintertarwe krijgt van het USDA de status 'goed' of 'excellent'. Dat is het laagste percentage voor deze periode sinds 1989. In het noorden van de Verenigde Staten vlot het, door kou en regen, ook niet met de voorjaarswerkzaamheden. In Argentinië ziet de start voor wintertarwe er gunstig uit. Er wordt koeler weer én neerslag verwacht aan de vooravond van het zaaiseizoen, dat half mei begint.
Tweedeling in Europa
In Europa staan de gewassen er relatief goed op, volgens het nieuwste JRC Mars-bulletin. In grote delen van West-, Noord- en Centraal-Europa waren de omstandigheden goed voor het uitvoeren van voorjaarswerkzaamheden en de groei van afgelopen herfst gezaaide gewassen. De temperatuur was afgelopen maand wel aan de lage kant. In Zuid-Europa nemen de zorgen over droogte toe. In Spanje en Portugal is regen gevallen, maar dat was te laat voor de wintergewassen.
De droogte heeft ook een beperkte invloed op de gewassen in Hongarije, Kroatië, Roemenië en het zuiden van Oekraïne. In delen van Italië en Turkije loopt de groei achter door lager dan gemiddelde temperaturen. Het Mars-bulletin verwacht een gemiddelde opbrengst voor wintertarwe van 5,74 ton per hectare. Dat is 2,3% boven het vijfjarig gemiddelde, maar wel 1% lager dan in de maart-editie van het rapport. Dat komt door de matige omstandigheden in Zuid-Europa.
Volgens Luan Luciano, de CEO van ADM, moeten we komende jaren rekening houden met een krappe wereldwijde graanbalans. Dat schreef de topman in de toelichting op de kwartaalcijfers van het bedrijf. Als oorzaak noemt hij een tegenvallende koolzaadoogst in Canada, lage opbrengsten in Zuid-Amerika en verstoringen van logistiek ketens door de oorlog in Oekraïne. De vraag blijft in elk geval tot 2024 groter dan de productie. Dat betekent dat de voorraden worden aangesproken en dat de prijzen op een structureel hoog niveau blijven. Die relatief hoge prijzen werken bemoedigd voor boeren in Zuid-Amerika om het areaal uit te breiden.
