2022 was het jaar van inflatie. Torenhoge inflatie welteverstaan. Niet in de laatste plaats zijn de voedselprijzen extreem hoog opgelopen in veel westerse landen. China echter ontloopt de dans. Ook voor 2023 verwacht China een milde inflatie, ondanks dat de coronamaatregelen nu zijn afgeschaft. Iets wat in andere landen de inflatie juist flink aanwakkerde.
De consumentenprijsindex is in China vorig jaar met 2% toegenomen ten opzichte van het jaar daarvoor. Daarmee ligt de inflatie lager dan het streven van de overheid om de prijzen jaarlijks met 3% te laten stijgen. De Chinese overheid heeft de centraal geleide economie op papier dus prima onder controle. In andere landen liep de inflatie op tot percentage boven de 10%, waaronder in Nederland en veel andere westerse landen.
Inflatietest in 2023
De echte inflatietest in China komt echter pas in 2023, gezien het land afgelopen jaar nog strenge coronamaatregelen hanteerde die sinds kort - onder druk van de bevolking - zijn losgelaten. Waar de prijzen in andere economieën sterk stegen, verwacht de Chinese overheid geen prijzenrally, zo laten overheidsfunctionarissen in de staatsmedia weten. In 2023 worden weliswaar prijsstijgingen verwacht, maar niet extreem. Dit ondanks dat de grondstofprijzen flink zijn opgelopen, onder meer de prijzen voor graan en vlees, producten die China op grote schaal importeert. Zo is het land de grootste importeur van rundvlees en de vierde grootste importeur van tarwe.
Timing
De basis onder de Chinese economie is op orde om prijsstijgingen te beteugelen, verwachten de overheidsfunctionarissen. Daarmee doelt China op de recordhoge graanoogsten in eigen land. Ook de productie van varkensvlees is in staat om extra consumptie op te vangen, net als de energievoorziening. Daarbij speelt naar eigen zeggen ook de timing een rol. Waar andere landen de coronamaatregelen veel eerder afschafte, deed China dat pas eind 2022. Daarmee komt de Chinese vraagtoename na corona niet tegelijk met die van andere importerende landen.