Tarwe kroop afgelopen handelssessie omhoog. Er zijn de nodige bullish signalen zoals de onrust in het Zwarte Zeegebied en tegen vallers met het weer maar echt reageren doet de markt daar niet op.
Het septembercontract voor tarwe op de Matif sloot €2,50 hoger op €223,75 per ton. Op de CBoT zat tarwe iets sterker in de lift en sloot 2% hoger op $5.54¼ per bushel. Maïs deed ook een stapje omhoog en sloot 0,9% hoger op $4.06¾ per bushel. Soja bewoog meer zijwaarts en noteerde aan het einde van de handelsdag 0,1% hoger op $11.42¾ per bushel.
De granenmarkt sloot gisteren over de hele linie weliswaar in het groen maar erg overtuigend is het allemaal niet. De onrust in het Zwarte Zeegebied gaat voorlopig, althans voor een groot deel, aan de markt voorbij. Gisteren werd bekend dat Oekraïne een graanschip, dat volgens de Oekraïense geheimendienst was geladen met gestolen graan uit de door Rusland bezette gebieden aan de ketting is gelegd. Het is afwachten hoe Moskou daarop gaat reageren. Een signaal dat Rusland het niet zomaar over zijn kant laat gaan, gaf het Kremlin door te stellen dat het beweging ziet bij de Navo. Materieel van het bondgenootschap zou volgens het Kremlin richting de Russische grens verplaatst worden.
Wateroverlast
De weerberichten hebben evenmin de uitwerking op de granenmarkt die je zou verwachten. In onze contreien is het het vast riedeltje van regen en weinig werkbare dagen. In de VS worden er lokaal overstromingen gemeld in de Midwest. Hoewel water welkom was in delen van Iowa en Illinois, is er voor het mooie te veel gevallen. De Mississippi (inclusief zijtakken) staat hoog wat de afvoer van water bemoeilijkt volgens sommige experts.
Droger maar vooral warmer weer is opkomst in de VS. Hitte zou voor stress kunnen zorgen, maar water is voor de verandering na jaren met vooral droogte geen probleem. Een groot deel van de Midwest is ook deze week niet ingekleurd op de droogtemonitor.
Het groeiseizoen voor maïs en soja in de VS loopt redelijk soepel. Of de akkerbouwer er iets aan overhoudt, valt nog te bezien. De prijzen voor deze in de Amerikaanse akkerbouw grote gewassen zijn veel harder gedaald dan de teeltkosten. De universiteit van Illinois becijferde dat op de hoogproductieve bedrijven in Centraal-Illinios er na aftrek van alle kosten inclusief landhuur een negatieve marge overblijft voor de teler. Voor 2024 verwacht de universiteit een saldo na aftrek van directe kosten en overhead maar zonder de kosten van de grond van $250 per acre maïs. Na aftrek van landhuur (cash rent) à $359 zit de teler met een negatieve marge van net geen $110 per acre. Ter vergelijking: in 2022 zat het saldo voor een acre maïs op $690 voor aftrek van landhuur en $332 na. In de voorlopige cijfers over 2023 is er een negatieve marge na aftrek van alle kosten inclusief landhuur van $164 per acre. Van de mooie resultaten in 2022 blijft zo na twee jaar weinig meer over.
Vanaf volgende week gaat het zomerrooster in en verschijnt de granenanalyse een keer per week. Zijn er relevante actuele ontwikkelingen, dan houden wij u daar tussendoor van op de hoogte.