De koplopers qua prijsstijging deden het deze week iets rustiger aan op de zuivelmarkt en de vloeibare halffabricaten gaven zelfs licht terrein prijs, maar het was geen teken van een zwakkere markt. Deze week kwamen ook de achterblijvers in beweging, met als belangrijkste magere melkpoeder.
Het blijft afwachten hoe de prijs van dit product zich de komende weken verder gaat ontwikkelen. Magere melkpoeder is qua prijsontwikkeling al meer dan een jaar een onderpresterend product ten opzichte van de rest van de markt. Voornaamste oorzaak is de meestal lagere wereldmarktprijs, veroorzaakt door scherpe concurrentie vanuit Nieuw-Zeeland, de VS en Zuid-Amerika en door gebrek aan kooplust in China.
De mondiale prijzen trekken evenwel iets bij en met name op de laatste GDT-veiling ging de melkpoederprijs duidelijk omhoog, wat tegen de trend van de index in ging. In Europa werd op hetzelfde moment ook minder melkpoeder gedroogd vanwege de lager dan verwachte melkaanvoer en de hoge concentraatprijs.
Ook de andere melkpoederprijzen in lopen op in Europa, zoals ook de notering van DCA laat zien, maar hier loopt de ontwikkeling niet synchroon met de GDT, waar volle melkpoeder onder druk staat door een moeizame afzet in Azië en een China dat amper melkpoeder meer koopt, maar de laatste weken juist zelf actief melkpoeder aanbiedt op de wereldmarkt.
{{dataviewSnapshot(46_1725606220)}}
In Europa wordt volle melkpoeder trouwens vooral duurder door de hoge vetprijs. Volle melkpoeder is geen echt handelsproduct en wordt alleen gemaakt op bestelling.
Boter steeg deze week nog licht in prijs, maar de notering bleef onder de magische grens van €8.000 per 1.000 kilo. De prijs van room viel zelfs licht terug. Opvallend is dat daarmee de verwaarding van boter en room voor het eerst in lange tijd weer in balans kwam, ook al gaapt er op het eerste gezicht een groot prijsgat tussen de producten van zo'n €2.000 per ton.
Evenals bij volle melkpoeder lopen ook bij boter de prijzen tussen de EU en Nieuw-Zeeland sterk uiteen. Hier loopt de prijs op, in Nieuw-Zeeland daalt die, met een prijsverschil van bruto €1.600 per 1.000 kilo tot gevolg. Toch lijken veel bedrijven zich niet te wagen aan nu nog even een snelle aankoop bij Fonterra.
De stijging van de kaasprijzen zet ook deze week door, maar in een iets trager tempo dan vorige week. Vanuit de zuivel bezien is het niet vreemd, want het rendement van de kaas-, en weiproductie is nog steeds lager dan van de room-, boter-, concentraat- of SMP-productie, zoal ook valt te controleren via de melk valorisatietool van DCA Market Intelligence.
Voor snelle levering is de prijsstijging bij kaas beperkter dan bij levering op langere termijn. Dit is mede omdat producenten uitgaan van een nog verder afnemende beschikbaarheid van melk.
De stijgende prijzen voor kaas en boter stuiten wel op verzet van de retail, maar die lijkt in de huidige situatie toch aan het kortste eind te trekken, want veel alternatieven zijn er niet, in ieder geval niet voor kaas. Voor kaas is melk nodig en juist daar is een tekort aan.
{{dataviewSnapshot(46_1725610143)}}
Dat is ook goed zichtbaar in de snel oplopende spotmelkprijzen. De volumes op de spotmarkt zijn weliswaar klein, maar de prijzen liggen er gemakkelijk 10 cent of meer boven de gemiddelde fabrieksprijzen voor september.
