Voor analisten was het een drukke dag. Het USDA kwam gisteren met het nieuwe Crop Progress-rapport. Voor de maïs- en sojaoogst geen verrassingen, maar dat was bij tarwe wel anders. In Europa wil het maar niet droog worden dit seizoen. Dat werd in het Mars Bulletin nog eens bevestigd. In Rusland houden exporteurs zich niet aan hun eigen bodemprijs, zo blijkt uit de nieuwste Ikar-notering.
Het decembercontract voor tarwe op de Matif sloot gisteren €0,25 hoger op €217 per ton. Op de CBoT kreeg tarwe afgelopen handelssessie een tik en sloot 1,8% lager op $5.58¾ per bushel. Maïs leverde ook in en sloot 1,1% lager op $4.10¾ per bushel. Soja volgende de trend in de granen en sloot eveneens lager op de beurs in Chicago. Het novembercontract sloot 1,4% lager naar $9.74 per bushel.
Het lukt Rusland nog niet erg om de tarweprijs op te krikken. Ikar verlaagde de notering voor Russische tarwe met $2 naar $232 per ton. Daarmee zit de prijs $8 onder de minimumprijs die het Russische ministerie van Landbouw en de Russische unie van graanexporteurs voor oktober voorstelde. In de export zijn geen grote wijzigingen. Volgens de data van SovEcon exporteerde Rusland vorige week 1,02 miljoen ton graan waarvan 1 miljoen ton tarwe. Een week eerder werd ook 1 miljoen ton tarwe geëxporteerd.
Egypte krijgt 430.000 ton tarwe later dan gepland. Dat vertelde de Egyptische minister van Bevoorrading, Sherif Farouk bij Bloomberg. De tarwe had geleverd moeten worden in oktober met een uitloop tot eerste week november. De vertraging toont volgens sommige analisten de uitdagingen waar Egypte - een van 's werelds grootste tarweimporteurs - voor staat om voldoende voorraad op te bouwen. In Rusland is er tussen exporteurs discussie wie de grote tenders van Egypte mag invullen. Egypte wil niet bekendmaken uit welke landen de tarwe die vertraagd is moet komen. Analisten gaan er min of meer vanuit dat het Russische leveranciers betreft.
Droogte in de VS
In de VS is 80% van het geplande areaal wintertarwe gezaaid, zo blijkt uit het nieuwe Crop Progress-rapport van het USDA. Vorige jaar deze week was 82% gezaaid en het vijfjarig gemiddelde staat op 84%. 56% van de tarwe staat boven tegen 61% vorig jaar en in het vijfjarig gemiddelde. Deze week werd ook de eerste tabel over de stand van de wintertarwe opgenomen in het Crop Progress-rapport. Dat was wel een beetje schrikken voor sommige analisten. 38% van de wintertarwe staat er goed of excellent op volgens het USDA en 23% krijgt de rating slecht of zeer slecht. Ter vergelijking: het tienjarig gemiddelde voor deze week staat op 51% goed of excellent en 14% slecht of zeer slecht. Helemaal onverwacht komt de matige stand van de wintertarwe ook weer niet met 58% van de wintertarwe die in meer of mindere mate last heeft van droogte.
De oogst van maïs en soja zit er een heel eind op in de VS. Soja is voor 89% geoogst volgens het USDA tegen 82% vorig seizoen en 78% in het vijfjarig gemiddelde. Nog spectaculairder is de voorsprong bij de maïsoogst. 81% van de maïs is gedorst tegen 68% vorig seizoen en 64% in het vijfjarig gemiddelde. Er wordt wat regen voorspeld deze week in de VS, maar daar maken telers zich geen zorgen over. Het grootste deel van de gewassen is binnen en een beetje neerslag is welkom om de voorraad vocht in de bodem aan te vullen.
Nat weer houdt aan
Naast het USDA kwam gisteren ook het JRC (het wetenschappelijk bureau van de Europese Commissie) met het maandelijkse Mars Bulletin. De opbrengst van maïs in de EU wordt in de nieuwe editie geraamd op 6,66 ton per hectare. Vorige maand was dat 6,85 en het vijfjarig gemiddelde staat op 7,35 ton per hectare. Ook de verwachte opbrengsten voor zonnebloemen en soja werden verlaagd. Een natte periode na de droogte van afgelopen zomer in het zuidoosten van Europa kost opbrengst in deze gewassen. Bovengemiddeld natte condities lopen als een rode draad door het Mars Bulletin van oktober. In West- en Centraal-Europa loopt de oogst van de laatste gewassen vertraging op door de neerslag. Ook met het zaaien van de wintergranen moeten boeren noodgedwongen wachten. Voor een deel omdat voorrang wordt verleend aan de oogst van snij-, en korrelmaïs, bieten en aardappelen en voor een deel omdat er maar een beperkt aantal werkbare dagen is.
