Kweekvlees, nog een paar jaar en dan ligt het op ons bord. Althans, als we de ontwikkelaars en voorstanders mogen geloven. Maar hoe realistisch is dat? En wat eten we nu eigenlijk als we onze tanden zetten in een hamburger of steak die in een laboratorium gegroeid is?
Voor de uitrol van kweekvlees zijn nog een flink aantal hordes te nemen, stelde ABN Amro onlangs vast. Naast de productiekosten en acceptatie door de consument, is regelgeving de grootste horde. In de Europese Unie geldt de zogenaamde Novel Foods-verordening. Wil de Europese Commissie goedkeuring geven aan het op de markt brengen van kweekvlees, dan zal komende jaren aangetoond moeten worden het veilig is voor menselijke consumptie. En dat is zeker geen vanzelfsprekendheid.
Vooralsnog ontbreekt het aan wetenschappelijk onderzoek naar kweekvlees en transparantie over de samenstelling van de eerste stukken vlees die uit het lab komen. En dat is wat voedselautoriteiten nodig hebben voordat het proces van goedkeuring in gang kan worden gezet: een gedetailleerde procesbeschrijving en analyse over de samenstelling van het product. Dat geldt in ieder geval voor Europa en Amerika.
Kweekkip in Singapore
Er zijn landen waar de toelatingseisen minder streng zijn en dus is het niet geheel toevallig dat juist daar nu het eerste kweekvlees beschikbaar is voor de consument. In Singapore om precies te zijn. Voorlopig is dat ook de enige plek. Het gaat om kweekkip in de vorm van nuggets. En nee, je koopt ze niet zo makkelijk als het doosje kipnuggets in je Happy Meal. De kweekkip wordt slechts in één restaurant geserveerd, alleen bij speciale aangelegenheden.
Het Amerikaanse bedrijf Eat Just zit achter deze marktintroductie en wil de verkoop snel opschalen. Een nieuw tijdperk lijkt hiermee ingeluid. Het is slechts een kwestie van tijd voordat we overal ter wereld kweekvlees op ons bord hebben liggen, zullen aanhangers pretenderen. Immers, daarmee wordt in één klap een einde gemaakt aan het dierenleed en de klimaatimpact die gepaard gaat met de veehouderij. Maar is het terecht om zo lovend te zijn over kweekvlees?
Niet geheel diervriendelijk
Hoewel producenten de ingrediëntenlijst schimmig houden, weten we wel hoe dit innovatieve vlees tot stand komt en daar zetten experts hun vraagtekens bij. Kweekvlees groeit in een laboratorium uit stamcellen van levende dieren. Dat is op zich heel diervriendelijk, want voor het winnen van die cellen hoeft er geen dier gedood te worden. Om die cellen te ontwikkelen tot vlees is echter serum nodig en daar wringt de schoen. Hiervoor wordt zogenaamd foetaal kalfsserum gebruikt. Oftewel, serum dat verkregen wordt uit het bloed van een ongeboren kalf. Dat gebeurt nadat de moederkoe geslacht is, waarna via een naald het bloed uit het hart van de levende foetus gehaald wordt.
Producenten van kweekvlees zijn allemaal wel hard op zoek naar plantaardige alternatieven. Eat Just claimt daarin een doorbraak te hebben bereikt. Maar dat geldt nog niet voor de kweekkip die nu in Singapore verkrijgbaar is. Ook Mosa Meats, dat in 2013 de eerste kweekvleeshamburger introduceerde (kosten: een schamele €250.000), meent een alternatief te hebben gevonden in eiwitten uit gist. Hoe dat op grote schaal geproduceerd kan worden is nog onbekend, al is het wel een goed startpunt.
Meer celdelingen nodig
Er komt bij dat het niet eenvoudig is om met een beperkt aantal stamcellen grote hoeveelheden kweekvlees te produceren. "De zogenaamde voorlopercellen uit spierweefsel kunnen maar tot ongeveer 20 keer vermenigvuldigd worden. Om aan de hoeveelheden vlees te komen die een grote groep mensen kan consumeren, zullen er 30 à 50 celdelingen nodig zijn", zei professor Lieven Thorrez van KU Leuven tegenover Knack.
Vervolgens is het volgens hem ook nog de vraag hoe je volwaardige spieren kunt kweken om zo bijvoorbeeld een biefstuk of ribstuk na te bootsen. Zo bestond de eerste kweekvleeshamburger die Mosa Meat in 2013 introduceerde uit duizenden minuscule stukjes weefsel. Om het geheel te binden, werd broodkruim gebruikt. En er zou een mix van bietensap, saffraan en karamel gebruikt zijn voor de kleur en smaak. Mag het dan nog een hamburger heten? "Misschien zijn we over 20 jaar verder, maar op dit moment slagen we er niet in om een spier na te maken zoals die in een dier of mens zit", aldus Thorrez.
Lagere milieu-impact kent kanttekening
Tot slot is er nog te weinig bekend over de milieu-impact van kweekvlees. Is het wel echt een milieuvriendelijk alternatief voor de bestaande vleesindustrie? Onderzoeksbureau CE Delft presenteerde afgelopen maart een studie waaruit blijkt dat vergeleken met rundvlees de milieu-impact 93% lager kan zijn. Waarbij vermeld moet worden dat de productie van rundvlees het meest belastend is voor het milieu. Bij varkensvlees en kip zou het gaan om een daling van respectievelijk 53% en 29%. Voorwaarde is wel dat de benodigde energie duurzaam wordt opgewekt. Onbekend is nog in hoeverre dat haalbaar is.
Voor kweekvlees is warmte en koeling nodig, waardoor de energievraag hoog is. Wat dat betreft wordt het voor kweekvlees lastig om te wedijveren met plantaardige eiwitbronnen, zoals peulvruchten en vleesvervangers. Kweekvlees is drie tot zeven keer belastender voor het milieu. Ook is het nog de vraag wat de ecologische voetafdruk van kweekvlees is aangezien exacte gegevens over het product en productieproces ontbreken. Kortom, nog een hoop vragen en kanttekeningen die een snelle en grootschalige introductie van kweekvlees voorlopig in de weg staan. Tot die tijd moeten we het doen met een lap vlees in plaats labvlees.