Hoofdonderzoeker bij Time-travelling Milkman, Saskia Tersteeg, weet beeldend uit te leggen hoe de vetbolletjes die uit zaden worden gehaald, net zo romig kunnen zijn als melkvet: 'Je moet je voorstellen dat het heel flexibele balletjes zijn, gevuld met olie, die over je tong rollen. Het geeft best wel een romig mondgevoel.' De spin-off van de Wageningen University (WUR) hoopt dat zijn ingrediënten begin volgend jaar voor het eerst verwerkt zijn in commerciële producten.
Time-travelling Milkman maakt vetingrediënten voor zuivelalternatieven. Eigenlijk biedt het foodtechbedrijf zelf ook weer een duurzaam alternatief voor het gebruik van kokosolie, door het gebruik van zaden uit Europa. Tersteeg: "Nu kijken zuivelalternatieven vaak naar kokosolie." Dat moet van ver moet komen, wat een impact heeft op het milieu. Bovendien zitten in kokosolie verzadigde vetten. Of er wordt gebruik gemaakt van zonnebloemolie door met organische oplosmiddelen de olie eruit te halen. "Maar als je in zaden kijkt, dan zitten de oliën al in mooie druppeltjes, die kun je met water eruit halen. Je hoeft de olie er niet uit te halen."
Waarom is dit nog niet vaker toegepast? "Mensen wisten het niet. Er is heel veel onderzoek naar gedaan vanuit plantenwetenschappen. Die vetbolletjes laten de plant groeien. De connectie naar voedsel is pas recent gemaakt. Er werd ook altijd gedacht dat olie niet oplosbaar was in water."
De startup heeft onlangs €550.000 financiering gekregen uit innovatiefonds ION+ (gesubsidieerd door de Europese Unie en de provincie Gelderland) en SHIFT Invest. Het foodtechbedrijf gaat dit gebruiken om op te schalen, het personeelsbestand iets uit te breiden (ze zijn nu met drie wetenschappers en twee adviseurs op de achtergrond) en de ingrediënten naar de markt te brengen. Ook hopen ze in september een eigen lab te hebben. Nu wordt nog een laboratorium gebruikt van de WUR, waaraan oprichter Dimitris Karefyllakis gepromoveerd is.
Time-travelling Milkman positioneert zich als een business-to-business leverancier van vetingrediënten voor zuivelalternatieven. Anderhalf jaar zijn ze nu bezig. "We zoeken co-development op met klanten en kunnen ook technische ondersteuning geven. Het afgelopen jaar waren we met heel veel bedrijven in gesprek. Er zijn een paar bedrijven die het nu ook echt willen hebben. Daarom zijn we aan het opschalen, zodat we het de consument zo snel mogelijk kunnen laten ervaren. Als het zo doorgaat hopen we begin 2022 in producten te kunnen zitten."
In principe zou het bedrijf met de vetbolletjes uit zaden ook ingrediënten kunnen maken die andere vetten, zoals palmolie, in voedingsmiddelen vervangt, maar de focus ligt voorlopig op zuivelalternatieven. "We weten dat het bredere toepassingen kan hebben. We kunnen wel makkelijk zeggen: we passen overal in, maar we moeten focussen om de stap naar de markt toe te maken. Anders kunnen we lang praten over het maken van impact, maar dan gaat het nooit gebeuren."
