Niet alleen agrarisch ondernemers zijn verantwoordelijk voor de transitie van de voedselketen, maar ook de retail en consument moeten een bijdrage leveren. Dat was de mening van een groep ondernemers uit de industrie tijdens het vierde Foodinar van dit jaar, georganiseerd door ING België. Wel kunnen zij een eerste stap zetten, bijvoorbeeld door een license to produce te creëren voor zichzelf.
De voedselketen hecht meer en meer waarde aan duurzaamheid. Niet alleen omdat dit opgedragen wordt vanuit bijvoorbeeld het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, maar ook omdat de consument er steeds vaker om vraagt. "En flexitarisch dieet is populair", zo ziet Caroline Vercauteren, co-owner van BonRill. Dit bedrijf produceert verschillende vegetarische gerechten met oesterzwammen uit België. "Dat duurzaamheid belangrijker wordt voor de Belgische consument, is voor ons een kans. Wij zijn jaren terug circulair gaan werken, omdat we een bijdrage willen leveren aan klimaat en gezondheid. Die keuze wordt nu beloond."
Maar klimaat en gezondheid zijn voor agrarisch ondernemers niet de enige reden om te schakelen naar een duurzamer of circulair bedrijfssysteem. "Wij vroegen ons vijf à zes jaar terug af wat we precies aan het doen waren. We produceerden zoveel mogelijk om de kostprijs zo laag mogelijk te houden. Onmogelijk, want we concurreren op een oneerlijke wereldmarkt. Dat was het moment waarop wij besloten te focussen op de West-Europese markt, waar dierenwelzijn, groene energie en duurzaamheid belangrijker is", vertelt Ruben Brabant van varkensbedrijf AGS. Een markt waar, aldus Brabant, de producten wel tot hun recht komt.
Bart Syryn van Hoeve 'De Heerlijkheid' steunt die gedachte. "Het is belangrijk om een license to produce te creëren. Geef de consument een beetje beleving bij het product." Circulariteit is een mooie manier om dat te doen. Het bedrijf Belgische Quinoa was een van de eerste bedrijven die in België inzette op quinoa. "Dat beetje beleving geven wij door alles van de quinoaplant te gebruiken. De zaadjes zijn voor humane consumptie, de afwijkende zaden gaan naar de diervoederindustrie, het kaf en stro gaat naar de biogasinstallatie en de stengels en bladeren gaan terug de bodem in. Vertel dat verhaal", aldus Hans Gheldof van Belgische quinoa.
'Niet alleen boer aan zet'
Volgens Gheldof ligt de verantwoordelijkheid echter niet alleen bij agrarisch ondernemers. "Ook de retail speelt een rol. Die moet onze duurzame of circulaire producten immers aanbieden aan de consument. En dan komt ook meteen de rol van de consument naar voren. Die moet bereid zijn er wat meer voor te betalen." Vercauteren: "Maar laat je niet meteen uit het veld slaan als een partij niet mee wil werken. Dit is de toekomst. Het komt wel."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
