FrieslandCampina overwoog in 2022 om kindervoedingsmerk Friso van de hand te doen. De biedingen die binnenkwamen, waren uiteindelijk niet hoog genoeg en zodoende gingen de plannen weer in de ijskast. Met terugwerkende kracht is dit maar goed ook, gezien Friso de beroerde jaarcijfers toch nog wat wist op te fleuren.
Hoe zat het ook alweer? Eind 2021 kwam in het nieuws dat FrieslandCampina Friso wilde gaan verkopen. Zo letterlijk werd het door toenmalig CEO Hein Schumacher niet gezegd, maar wel dat de strategische opties zouden worden geëvalueerd. Daarmee gebruikte hij ietwat wollige taal voor concrete verkoopplannen. De vermeende verkoop was niet per se onlogisch. De afzet van babymelkpoeder naar China stagneerde immers al jaren door ruwweg twee onderliggende oorzaken: A, omdat het aantal geboortes hard terugloopt en B, omdat Chinese zuivelbedrijven marktaandeel afsnoepen van de Westerse tegenhangers. Daarbij had FrieslandCampina in die tijd ook afzetproblemen in Hongkong die de resultaten behoorlijk drukten.
De waarde van Friso werd door Bloomberg geraamd op ruim $2 miljard. Diverse private-equitypartijen uit Amerika en Canada hadden serieuze interesse, maar wilden niet zo diep in de buidel tasten. Dit had waarschijnlijk mede te maken met het verslechterende investeringsklimaat. De oorlog in Oekraïne was net uitgebroken. Door de inflatie die hiermee gepaard ging, stegen ook de rentes. Later besloot FrieslandCampina om Friso toch zelf te houden. Het merk is te belangrijk voor het totaal portfolio, zo motiveerde de zuivelcoöperatie haar beslissing.
"Exceptioneel goed"
Met terugwerkende kracht is het een goede keuze geweest om Friso binnenboord te houden. Het kindervoedingsmerk gooit namelijk weer hoge ogen. De divisie Specialised Nutrition waar Friso onder valt, zag het bedrijfsresultaat vorig jaar met 3,5% oplopen tot €207 miljoen. Tijdens de presentatie van de jaarcijfers werd Friso dan ook flink bewierookt. CEO Jan Derck van Karnebeek noemt de prestaties zelfs exceptioneel. Friso is afgelopen jaar opgestoomd van plek zeven naar een vierde plaats in de Chinese markt van kindervoeding en heeft volgens hem zelfs even geroken aan de top-drie. Hoe hij het succes verklaard? "Gewoon door de dingen goed te doen", stelt hij nuchter. Vooral in het ultra-premium melkpoedersegment scoort Friso goed. Daarmee zou de conclusie kunnen worden getrokken dat de Chinese consument met een dikke portemonnee nog wél veel waarde hecht aan babyvoeding gemaakt van Hollandse melk. Kwaliteit onderscheidt zich klaarblijkelijk in een kwantitatief slinkende markt, want in het geheel bekeken ontwikkelt de Chinese babyvoedingsmarkt zich helemaal niet zo positief voor exporteurs.
Krimpende markt
In 2023 slonk het geboortecijfer in China met 540.000 tot zo'n 9 miljoen. Op zichzelf nog steeds hoge aantallen, maar wel een forse krimp. Een verdere daling ligt in het verschiet, ondanks het loslaten van de eenkindpolitiek. Daarnaast hapert ook de Chinese economie en groeit de melkproductie in het Aziatische land sterk. De eigen Chinese zuivelbedrijven worden bovendien vaak voorgetrokken door de overheid, zeker als die in staatshanden zijn. De fors lagere exportcijfers bevestigen het beeld. Afgelopen jaar daalde de Europese export van babymelkpoeder met 15% tot 488.000 ton. Vergeleken met de jaren daarvoor is het verschil nog groter.
Poederexporteurs hebben het dan ook zwaar op de Chinese markt. Het Chinees-Nederlandse Ausnutria bijvoorbeeld moet grotendeels hierdoor in ons land stevig reorganiseren. En ook Fonterra klaagt al een tijdje over de uitdagende marktomstandigheden in China door de slinkende geboortecijfers. Dit maakt de prestaties van Friso misschien nog wel knapper. Voor FrieslandCampina is het maar goed dat de kip met de gouden eieren in 2022 niet is geslacht, of in dit geval verkocht. Anders waren de 'povere jaarcijfers' over 2023, zoals van Karnebeek het zelf bestempelt, helemaal flets geweest.