Shutterstock

Analyse Ondernemen

Primaire sector ziet inkomsten toenemen

18 December 2024 - Matthijs Bremer

De voorlopige cijfers van Wageningen Economic Research (WUR) laten zien dat de inkomsten in de land- en tuinbouwsector overwegend zijn gestegen. Onder meer de melkveehouderij en de vleeskuikensector doen het goed. Ondertussen blijven de varkenshouderij en legveesector wat achter, al zijn de prestaties aanzienlijk beter dan gemiddeld.  

Land- en tuinbouwbedrijven hebben gemiddeld €109.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje) opgebracht, zo blijkt uit de raming. Dat resultaat ligt €20.000 boven het gemiddelde inkomen tussen 2019 en 2023. De verschillen tussen typen bedrijven zijn echter groot. Terwijl 20% van de bedrijven rode cijfers schrijft, heeft de 20% sterkst presterende bedrijven een inkomen van meer dan €131.000.

Melkveehouderij ziet inkomen stijgen
Het gemiddelde inkomen van melkveehouders wordt door de WUR in 2024 geraamd op €74.000. Dat is een toename van €9.000 ten opzichte van vorig jaar en €11.000 meer dan het gemiddelde tussen 2019 en 2023. Dat is het gevolg van zowel de hogere vraag naar zuivelproducten als een lager melkaanbod. De gemiddelde ontvangen melkprijs in 2024 neemt volgens de WUR met 8,5% toe. Daarnaast hielpen ook de hogere slachtprijzen van runderen en kalveren de melkveehouder aan een hoger inkomen. Tegelijkertijd stegen de kosten ook, met name door mestafvoer. De gemiddelde mestafzetkosten namen toe naar gemiddeld 14.000 euro in 2024. Dit is een toename van 68%.

In de biologische melkveesector is het verhaal echter een stuk minder gunstig. In dat segment kwam het gemiddelde inkomen in 2023 uit op €33.000 per onbetaalde aje. Dat is een afname van €16.000 ten opzichte van 2023. Tevens daalde het inkomen met €14.000 ten opzichte van de periode van 2019 en 2023. De stijging van de biologische melkprijs bedroeg in 2024 1%. Dat bleek volgens de WUR onvoldoende om de gestegen kosten van rente, gebouwen, machines en werktuigen te compenseren.

Varkensbedrijven zien inkomen fors dalen
De inkomens in de varkenshouderij waren dit jaar aanzienlijk lager dan in 2023. Dit jaar komt het gemiddelde inkomen op €210.000 uit, tegenover €405.000 vorig jaar. Volgens de WUR liggen de inkomens echter nog altijd boven het gemiddelde niveau van de jaren 2019 tot en met 2023. Dat gemiddelde bedroeg €167.000 per onbetaalde aje. Het lagere inkomen is het gevolg van een gemiddelde daling van de vleesvarkensprijzen met 9% en de biggenprijzen van 12%. Daardoor daalden de opbrengsten gemiddeld gezien met 17% en dit werd onvoldoende gecompenseerd door de prijzen van voer om tot een stabiel inkomen te komen. Daarnaast zorgden forse prijzen van de mestafzet voor druk op de inkomens.

De inkomens van zeugenbedrijven daalden dit jaar gemiddeld met €315.000 tot €230.000 per onbetaalde aje, een daling van 57,8%. De inkomensdaling op gemengde bedrijven is in relatieve zin net iets lager. Het inkomen van dit type bedrijf liep met 54,2% terug. Vleesvarkenshouders zien ondertussen de inkomens in relatieve zin het minste dalen, maar absolute cijfers is het inkomen nog altijd het laagst. In totaal nam het gemiddelde inkomen met 21,4% tot €184.000. In absolute cijfers komt dat neer op een daling van €50.000 per onbetaald aje.

Pluimveevleesmarkt staat er sterk voor
Op de pluimveevleesmarkt zijn de inkomens tamelijk sterk. Met name vleeskuikenbedrijven doen het goed. De sector zag het gemiddelde inkomen met 16,4% stijgen tot €230.000, een stijging van €35.000. Het sterke resultaat is het resultaat van een sterkere daling van de prijs voor vleeskuikens vergeleken met de opbrengsten. De prijzen van traaggroeiende vleeskuikens bleven gelijk en de prijzen van de gangbare sector daalden met 2%. Daar staat echter tegenover dat de prijzen van vleeskuikenkorrels in 2024 met 10% zijn afgenomen. Dat is een toename van €100.000 euro vergeleken met het gemiddelde inkomen tussen 2019 en 2023.

Op de eiermark is echter sprake van een daling van 16,4%. De prijs per onbetaald aje daalde met €45.000 tot €275.000. In tegenstelling tot de vleeskuikenhouders zagen legveehouders hun inkomsten sterker dalen dan de voerkosten. De gemiddelde eierprijzen daalden in 2024 met 5%. Een daling van de voerprijzen van 5 tot 10% bleek onvoldoende om de daling van de inkomsten te compenseren. Toch staan de prijzen nog altijd €115.000 boven het gemiddelde inkomen van 2019 tot en met 2023.

Heeft u een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Matthijs Bremer

Voor Foodbusiness covert Matthijs Bremer de vleesmarkt. Daarnaast volgt hij de eiwittransitie op de voet en schrijft hij wekelijks over de ontwikkelingen op de energiemarkten.

Bel met onze klantenservice 0320 - 343 368

of mail naar support@foodbusiness.nl

wilt u ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in uw inbox

Aanmelden