Nieuw-Zeelands zuivelreus Fonterra begint binnenkort aan de vergroening van haar grootste zuivelfabriek in Clandeboyne, op het Zuidereiland. Twee van de de vijf boilers worden omgebouwd van kolen-, naar houtpelletstook.
Het lijkt een bescheiden stap, maar de ombouw moet de totale CO2-uitstoot van Fonterra in Nieuw-Zeeland met 9% verlagen, tegen een investering van NZ $64 miljoen (€35 miljoen).
De Clandeboyne-site verwerkt meer dan 40% van de melk die op het Zuidereiland wordt verwerkt tot onder meer cheddar, mozzarella en melkpoeder.
Eerder al schakelden enkele productielocaties op het Noordereiland over van kolen naar houtpellets. Het plan is dat Fonterra is 2037 helemaal steenkoolvrij is, maar het omschakelingsproces is een grote operatie.
Steenkool was voor Fonterra lang een goedkope brandstof, die dichtbij te halen was.
Steenkooldochter Glencoal
De coöperatie heeft een eigen steenkooldochter Glencoal, die ook beschikte over eigen mijnconcessies op het Noordereiland. Er is nu sprake van dat die concessie wordt teruggegeven, maar stapsgewijs.
De keuze voor houtpellets als alternatief is volgens Fonterra vanwege het feit dat hout in zekere zin een hernieuwbare brandstof is en ook de meest praktische (en wellicht meest betaalbare) optie. Over het laatste wil Fonterra om commerciële redenen niet veel zeggen.
Omschakeling naar de stook van houtpellets is wel de belangrijkste vergroeningsoptie voor Fonterra, maar er wordt ook geïnvesteerd in warmteterugwinning en het gebruik van zonne-energie.
