Het statiegeld wordt niet verhoogd. Om toch dichter bij het inzamelingsdoel van 90% van de blikjes en plastic flessen te komen moeten er volgens staatssecretaris Chris Jansen meer inzamelpunten komen. Ook tellen flessen voor sap en zuivel (waar geen statiegeld op wordt geheven) even niet meer mee voor het inzamelingspercentage. Ondertussen moeten de ingezamelde flessen ook gerecycled worden en daar doemt een probleem op: verscheidene plastic recycling bedrijven in Nederland zijn vanaf begin 2024 failliet gegaan en er dreigen er nog meer om te vallen.
Nieuw plastic van buiten de Europese Unie is goedkoper dan gerecycled plastic, net als recyclaat van buiten de EU dat volgens de sector vaak ook geen echt recyclaat is. Pas in 2030 komen er Europese verplichte minimumgehaltes aan gerecycled kunststof in verpakkingen. Nederland wil eerder, in 2027 minimumgehaltes invoeren. De politiek kan op korte termijn weinig betekenen, is de ontluisterende boodschap van het kabinet. Subsidie zit er niet in. Wel wordt gewerkt aan overbruggingsleningen.
De statiegeldregeling is geëvalueerd door CE Delft en deze week is het rapport openbaar gemaakt. Het doel is om 90% van de blikjes en plastic flessen tot 3 liter in te zamelen. Volgens voorlopige cijfers was dat in 2024 78% voor flesjes (waarvan 5% uit afval) en 82% bij blikjes (waarvan 7% uit afval).
Geen statiegeld voor zuivelflessen
Statiegeld voor plastic flessen is alleen verplicht voor frisdrank en water, maar het doel van 90% inzamelen gaat wel over alle verkochte plastic flessen met dranken. Plastic flessen voor sap (circa 2,1% van de verkochte kunststof flessen volgens CE Delft) en zuivel (circa 12,4%) worden daarom voorlopig buiten beschouwing gelaten. Later gaat er wel statiegeld over plastic flessen voor sap geheven worden, aangezien ze daar volgens Europese regelgeving in 2029 onder gaan vallen. Voor zuivel ligt dat anders. De meeste zuiveldranken zijn uitgezonderd van statiegeld. Nederland kan dit toch invoeren, maar de staatssecretaris vindt dat er 'praktische bezwaren' zijn waardoor een statiegeldverplichting 'niet voor de hand ligt'. Omdat zuivelflessen wel onder de inzameldoelstelling vallen, wordt wel onderzocht hoe de inzameling daarvan kan worden verbeterd. "Dit moet uiteraard in goed overleg met betrokken bedrijven en ik voer daarom ook al gesprekken hierover met hen", aldus Jansen.
De staatssecretaris ziet verder wel wat in een innameplicht van winkels, maar wil eerst onderzoeken hoe dit moet worden vormgegeven. Kleine ondernemers mogen daarbij van hem niet in de problemen komen, zo moet er gekeken worden naar winkeloppervlakte, of een beperkt aantal specifieke verkooppunten of locaties waar veel consumenten langskomen.
Volgens het rapport zijn door 'statiegeldjagers' opengebroken vuilnisbakken, hoewel ze veel aandacht hebben gekregen van media en politiek, een lokaal probleem. De staatssecretaris verwacht dat 'bij een goed werkend statiegeldsysteem waarbij er meer inzamelpunten op de juiste plekken zijn', het aantal opengebroken prullenbakken daalt.
'Recyclingsector verkeert in zwaar weer'
Het doel van statiegeld is om zwerfafval tegen te gaan en recycling te bevorderen. Het gaat echter niet goed met de Nederlandse recyclingssector. "De recyclingsector verkeert in zwaar weer. Plasticrecyclingbedrijven gaan failliet omdat ze niet kunnen concurreren met goedkoop, uit aardolie geproduceerd plastic afkomstig uit China en de VS", aldus Bart van de Leemput, voorzitter van Vereniging Afvalbedrijven in het begin deze maand gepubliceerde jaarbericht over 2024.
Er is geen snelle oplossing. Redden van noodlijdende bedrijven is kostbaar en bovendien moeilijk vanwege staatssteunregels. Ook zijn de oorzaken nog niet voldoende in kaart gebracht en is onduidelijk hoe lang de situatie duurt, zo schrijven staatssecretaris voor openbaar vervoer en milieu Chris Jansen (PVV) en minister van Klimaat en Groene Groei Sophie Hermans (VVD) in een recente Kamerbrief.
Maatregelen kunnen alleen soelaas bieden voor de middellange termijn. Zo werkt de overheid aan een overbruggingskredietregeling, een lening die voor een periode van een paar jaar wordt verstrekt, bovenop een private lening die het bedrijf al heeft of zal moeten aangaan. Het kabinet denkt dat hierdoor vijf tot tien bedrijven geholpen kunnen worden.
Minimumgehalte gerecycled materiaal in plastic verpakkingen
De leningen moeten bedrijven helpen de periode te overbruggen tot Nederlandse en Europese regelgeving (in respectievelijk 2027 en 2030) recyclaat in verpakkingen verplicht stelt. De Europese verordening over verpakkingen en verpakkingsafval die in december 2024 is aangenomen, bepaalt dat in 2030 een minimumgehalte aan gerecycled kunststof moet worden gebruikt in kunststof verpakkingen. 30% voor plastic drankflessen voor eenmalig gebruik en voor contactgevoelige verpakkingen met PET als belangrijkste bestanddeel; 10% voor contactgevoelige verpakkingen van een ander kunststof materiaal dan PET en 35% voor andere kunststof verpakkingen. In 2040 worden deze percentages verhoogd naar 25% tot 65%.
Bepaalde soorten kunststof verpakkingen zijn hiervan overigens vrijgesteld, onder meer contactgevoelige kunststof verpakkingen van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters en van voeding voor medisch gebruik.
Vanaf 2027 komt er in ons land ook een norm voor een minimum aan gerecycled materiaal of biogebaseerd plastic in kunststoffen ('nationale circulaire plastics norm'), waarmee Nederland voorloopt op de Europese regelgeving. Het percentage wordt volgend jaar bekendgemaakt.