Op conjunctureel gebied moet dit jaar het spiegelbeeld opleveren van vorig jaar. Toen overtrof de economische groei in de VS voortdurend de verwachtingen terwijl de Europese economie juist stagneerde. In Nederland tekenden we zelfs drie kwartalen krimp op. De Chinese conjunctuur stelde ook teleur.
Maar dit jaar zal het anders worden. In China moeten overheidsmaatregelen en bij ons de stijgende koopkracht leiden tot een groeiversnelling. In de VS zou het dit jaar juist de andere kant op moeten gaan doordat de impuls van het begrotingsbeleid verdwijnt en de hoge rente steeds meer bijt. Heel overtuigend ontvouwt dat spiegelbeeld zich nog niet, maar zo hier en daar begint het er wel op te lijken.
Het ondernemersvertrouwen van Amerikaanse ondernemers in de industrie verzwakte in mei onverwacht sterk. De ISM-index voor de sector daalde van 49,2 in april tot 48,7 in mei, het laagste peil in een jaar. De sub-index voor nieuwe orders ging zelfs van 49,1 naar een magere 45,4. Daar staat dan wel weer tegenover dat ondernemers in de dienstensector juist optimistischer werden: 53,8 in mei, het hoogste in acht maanden, tegen 49,4 in april.
Het aantal vacatures is in april verder afgenomen. Ruim twee jaar geleden waren er meer dan twaalf miljoen onvervulde vacatures in de VS, nu nog iets meer dan acht miljoen. De arbeidsmarkt ontspant dus. Dat is ook te zien in het aantal vacatures per werkloze. Op de top waren dat er twee, nu nog 1,25. Dat komt overeen met de verhoudingen van voor de pandemie.
De Amerikaanse bbp-groei tenslotte, bedroeg in het eerste kwartaal een bescheiden 1,3% (kwartaal-op-kwartaal, geannualiseerd) het laagste in bijna twee jaar. De Atlanta Fed GDPNow (een variabele die probeert het groeitempo in het lopende kwartaal real time te reflecteren) voor het lopende kwartaal staat momenteel op 2,6%, maar een paar weken geleden wat dat nog 4%.
In Europa zien we juist een wat hogere groei. Hier bedroeg de economische groei in het eerste kwartaal 0,3% kwartaal-op-kwartaal; wat geannualiseerd, net zoals in de VS, 1,3% is. Maar die Europese 1,3% was juist de hoogste kwartaalgroei in bijna twee jaar.
Erg overtuigend is het in Europa echt nog helemaal niet. Neem ons eigen land. Volgens het CBS lag het volume van de consumptie van huishoudens in april slechts 0,6% hoger dan een jaar eerder. Dat houdt niet over gelet op de verbetering van de koopkracht. Het is mij niet duidelijk waarom de consumptie niet wat meer aantrekt.
Duitsland is in Europa duidelijk de zwakste schakel van de grote landen. Vooral de industrie blijft onder druk. In april daalde het volume nieuwe orders opnieuw: -0,2% ten opzichte van maart. Wie naar lichtpuntjes zoekt, kan opmerken dat exclusief 'grote orders' sprake was van een toename van 2,9%. Maar ja, Duitsland heeft enkele industrieën waar grote orders het verschil maken. De productie in de industrie daalde in april met 0,1% ten opzichte van maart. Zowel de orderontvangsten als de productie bleven achter bij de verwachtingen en in het geval van de orders werd het maartcijfer ook neerwaarts aangepast.
De Chinese export trok in mei juist onverwacht sterk aan. De in dollars gemeten exportwaarde lag 7,6% hoger dan een jaar eerder, een verbetering ten opzichte van de +1,5% van april. De statistici verklaarden het hoge stijgingspercentage uit een basiseffect (mei vorig jaar was een zwakke maand) en ook uit een sterkere vraag uit het buitenland. In de geografische verdeling komt het mondiale patroon mooi tot uiting. De Chinese export naar de EU daalde met 3,9%, die naar de VS steeg een bescheiden 0,2% terwijl de export naar landen in de eigen regio juist fors groeide. Naar Hongkong werd 10,8% meer uitgevoerd, naar ASEAN-landen 9,7% en naar Taiwan 8,5%.
Ondanks stimulerende maatregelen van de Chinese overheid blijft de binnenlandse vraag zwak. Daardoor bleef de groei van de invoerwaarde eveneens laag: +1,8% jaar-op-jaar in mei. Ook hier is trouwens een groot verschil te zien tussen de diverse regio's. De import uit de eigen regio groeide sterk: Korea: 12,9%; Hongkong 12,4%; India 11,3% en Rusland 6,9%. De import vanuit de VS en de EU daalde juist in waarde, met respectievelijk 5,8% en 5,6%.
De ECB heeft, zoals verwacht, de rente verlaagd, met 0,25%. Opvallend was dat de ECB de prognose voor de inflatie juist verhoogde. Ook opvallend was dat één lid van het beleidscomité tegen de renteverlaging had gestemd. Dat was Robert Holzmann, de president van de Oostenrijkse centrale bank.
Tijdens de persconferentie hield bankpresident Christine Lagarde haar kaarten dicht bij de borst wat betreft eventuele volgende rentestappen. De ECB blijft data dependent volgens haar. Ik gok op een volgende renteverlaging in september. Overigens verlaagde de centrale bank van Canada deze week de rente ook. De Bank of Canada was daarmee de eerste grote centrale bank die de rente verlaagde. De ECB de tweede.
Graag voeg ik nog toe dat de inflatie mijns inziens nog zeker niet is overwonnen. Eerder deze week mocht ik een groep ondernemers toespreken in Heerlen, een jaarlijks genoegen. Toen ik zei dat de logistieke verstoringen van de pandemietijd grotendeels zijn verdwenen, werd ik er terecht op gewezen dat de internationale vrachtprijzen de laatste tijd weer fors zijn opgelopen. Stijgende transportkosten speelden in de inflatiegolf vanaf medio 2021 een prominente rol in het inflatieproces.
Afsluitend
Ik verbaas me al een poos over de kracht van de Amerikaanse conjunctuur. Maar nu ontstaan er toch wel wat barstjes in dat mooie plaatje. In Europa gaat het juist beter, maar dat geldt vooralsnog niet voor de Duitse industrie of de Nederlandse consument.
De Chinese export trekt aan door de sterkere vraag uit het buitenland, vooral vanuit de eigen regio. Chinese importcijfers zijn zwak doordat de binnenlandse conjunctuur blijft kwakkelen.
De ECB, tenslotte, heeft de rente verlaagd, zoals verwacht. Unaniem was die beslissing niet, al was er maar één 'afvallige'. Tot die renteverlaging werd besloten ondanks een verhoging van de inflatieraming. Het lijkt er niet op dat de ECB bij de eerstvolgende vergadering de rente opnieuw zal verlagen. Hoewel slechts één lid van het beleidscomité tegen de renteverlaging was, denk ik dat de verdeeldheid binnen de ECB groot is. Ik blijf erbij dat de inflatie nog niet overwonnen is, dus ik zou rustig aan doen met die renteverlagingen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.