Naarmate de zomer vordert, wordt het beeld steeds duidelijker. Een aantal uitzonderingen daargelaten de conjunctuurindicatoren wijzen op een verzwakking. De voorlopige Europese inkoopmanagersindices voor juli die deze week bekend zijn geworden gaan de verkeerde kant op. De samengestelde index voor de eurozone die de industrie en de dienstensector combineert daalde van 50,9 in juni tot 50,1. Het was de tweede daling op rij. Jammer, want in de vijf maanden eraan voorafgaand was de index juist lekker gestegen. Dat de industrie al tijden onder druk staat wisten we, maar nu verzwakt ook het vertrouwen binnen de dienstensector: 51,9 in juli, na 52,8 in juni.
In het kort:
In Duitsland daalde de inkoopmanagersindex voor de industrie van een toch al magere 43,5 in juni tot een alarmerende 42,6. Slechts in pijnlijke recessies worden nog lagere niveaus bereikt. De alternatieve maatstaf voor het Duitse ondernemersvertrouwen, de Ifo-index, daalde voor de derde maand op rij in juli. Vooral de verwachtingencomponent, waar economen bovengemiddelde waarde aan hechten, maakte een opmerkelijke duikeling: van 88,8 in juni tot 86,9 in juli.
In de VS zijn de inkoopmanagersindices een stuk hoger, al daalde daar de index voor de industrie ook: 49,5 in juli tegen 51,6 in juni. Gek genoeg werden de industriële inkoopmanagers in het VK juist optimistischer: van 50,9 in juni tot 51,8 in juli.
De eurozone steekt ongunstig af
De wereldhandelsmonitor van het CPB laat vooral voor Europa een zorgwekkend beeld zien. Tot en met mei trekt de groei van de wereldhandel weliswaar iets aan, overigens bepaald niet spectaculair, maar dat geldt niet voor het volume van de buitenlandse handel van de eurozone. Deze cijfers zijn behoorlijk volatiel en worden regelmatig vrij fors herzien, dus enige voorzichtigheid is geboden met de duiding. In mei was het volume van de wereldhandel min of meer onveranderd ten opzichte van een jaar eerder. Dat was wel wat beter dan in de voorafgaande maanden. Achter het totale cijfer gaan grote regionale verschillen schuil. De VS boekt een verdienstelijke +3% jaar-op-jaar, evenals China. De eurozone zit echter op -5% en het VK zelfs op -9%. In opkomend Azië, exclusief China, gaat het daarentegen juist crescendo: +8%.
Die Aziatische economieën zijn 'vroeg-cyclisch', dus misschien kunnen we daar wat hoop uit putten. Wat dan weer een beetje teleurstelde was dat de in juni door Taiwanese bedrijven ontvangen exportorders ruim bij de verwachtingen achterbleven.
Wat er met de Nederlandse consument precies gaande is, weet ik niet, maar die wordt er niet vrolijker op. Vanaf een historisch dieptepunt in oktober 2022, toen de hoge inflatie iedereen angst inboezemde, is het consumentenvertrouwen geleidelijk verbeterd. Medio vorig jaar aarzelde die verbetering een paar maanden, maar de stijgende lijn werd na augustus vorig jaar weer hervat. Nou ja, tot en met april dan. Want voor mei, juni en juli rapporteert het CBS weer een verslechtering, zij het een geringe. Elders in Europa is het beeld minder negatief, zelfs in Duitsland.
Beter
Laat ik eindigen met een lichtpuntje. De Amerikaanse economie is in het tweede kwartaal volgens voorlopige cijfers harder gegroeid dan verwacht. Ten opzichte van het voorgaande kwartaal was de groei 0,7%, of, zoals de Amerikaanse statistici het rapporteren 2,8% geannualiseerd. (Wij zouden blij zijn met zulke groei in een heel jaar…) In het eerste kwartaal was de groei 0,4% (of 1,4% geannualiseerd). De toename van het BBP in het tweede kwartaal was breed gedragen. Zo droeg de particuliere consumptie 1,6%-punt bij aan de genoemde geannualiseerde 2,8%, investeringen in vaste activa 0,6% en de overheidsconsumptie 0,5%-punt (waarvan 0,2%-punt voor defensie). Bedrijven bouwden versneld voorraden op wat leidde tot een groeibijdrage van het BBP van wel 0,8%-punt. Daar stond dan tegenover dat de buitenlandse handel een negatieve groeibijdrage leverde van 0,7%-punt. Maar eigenlijk is dat eerder een teken van kracht dan van zwakte. De import groeide aanzienlijk sneller dan de export.
Ik kan het toch niet laten. Het beeld in de VS is beter dan bij ons, maar ook daar zijn zwakke plekken te vinden. Zo daalde in juni het aantal verkochte woningen. Ook is het aantal hypotheekaanvragen in de laatste week opnieuw gedaald. Vertrouwensindices van de Richmond en Kansas Fed vielen in juli terug terwijl de orders voor duurzame goederen in juni een stevige duikeling maakten. Zoals eerder al gemeld daalde de waarde van de inkoopmanagersindex in de Amerikaanse industrie in juli. Daar staat dan wel een stijging van deze index in de dienstensector tegenover.
Afsluitend
Europese inkoopmanagersindices en andere indices van het ondernemersvertrouwen zijn in juli verslechterd. Dat lijkt niet een eenmalige aberratie, maar eerder de nieuwe trend. Ook van de cijfers over de buitenlandse handel van de eurozone wordt een mens niet vrolijk. Niet dat het elders zoveel beter gaat, maar wij steken er toch wel opvallend ongunstig bij af.
Hoewel de daling gering is, valt de verzwakking van het Nederlandse consumentenvertrouwen op. Ik zie daar niet direct een goede verklaring voor en elders in Europa is het beeld minder ongunstig.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.