De inflatie in ons land is in augustus iets gedaald ten opzichte van juli: 3,6% tegen 3,7%. Het patroon en het niveau van de Nederlandse inflatie wijkt dit jaar nogal af van enkele andere landen waar de laatste dagen inflatiecijfers zijn gepubliceerd. In Duitsland en Frankrijk is de inflatie gedaald van 2,3% in juli tot 1,9% in augustus. In België daalde de inflatie van 3,7% naar 2,9% en in Spanje van 2,8% naar 2,2%. Voor de eurozone als geheel staat nu 2,2% in augustus in de boeken tegen 2,6% in juli. De kerninflatie in de eurozone daalde van 2,9% in juli tot 2,8% in augustus.
Het is niet direct duidelijk waarom ons inflatiebeeld ongunstiger is dan elders. Het kan liggen aan specifieke factoren zoals belasting- en accijnsverhogingen en vooral de huurverhoging die dit jaar veel hoger is uitgevallen dan in voorgaande jaren. Een andere verklaring is dat onze arbeidsmarkt krapper is dan elders, waardoor loonstijgingen bij ons hoger uitvallen.
Het is gebruikelijk om in het kader van de inflatie naar de maand-op-maand of de jaar-op-jaar ontwikkeling van het algemene prijspeil te kijken. Een wat andere manier is om te bezien hoeveel de prijzen stijgen vanaf het begin van het jaar en dan de verschillende jaren met elkaar te vergelijken. Als je dat doet, kom je tot de onthutsende conclusie dat 2024 tot en met augustus het op een na slechtste jaar is van de laatste tijd. De eerste grafiek laat zien dat alleen in 2022 de prijzen tot en met augustus sneller stegen dan dit jaar. Voor de kerninflatie is het waarschijnlijk nog erger. Hoewel het CBS die cijfers nog niet heeft gepubliceerd concludeer ik op basis van berekeningen op een sigarendoos dat de kerninflatie vanaf het begin van het jaar tot en met augustus gelijk of zelfs iets hoger is geweest dan in 2022, het inflatie-topjaar.
De vooruitzichten voor de rest van het jaar zijn niet bemoedigend. In september vorig jaar daalde het algemeen prijspeil met 0,4%. Er is niet veel voor nodig om het inflatiecijfer van september (jaar-op-jaar) naar boven 4% te drukken. En als het helemaal tegenzit kunnen we, mede door een basiseffect, in november zelfs een cijfer zien boven 5%. Maar misschien valt het juist mee. Zelfs dan mag niet op een afname van het inflatiecijfer worden gerekend. In loononderhandelingen zullen die hoge inflatiecijfers worden meegenomen en vanwege de arbeidsschaarste zullen de loonstijgingen aanzienlijk blijven. Zo ontstaat een zichzelf in standhoudend mechanisme.
Als de ECB alleen naar Nederland zou kijken zou zij zeker geen spoedige renteverhoging doorvoeren. Maar de ECB kijkt naar de eurozone als geheel en het lijkt me uiterst waarschijnlijk dat de ECB over twee weken opnieuw de rente zal verlagen met 0,25%-punt. Joachim Nagel, de president van de Bundesbank spartelt nog wat tegen, maar dat hoort erbij. Hij heeft een paar medestanders, maar deze 'haviken' zijn niet talrijk genoeg om een renteverlaging tegen te houden.
Producenten iets optimistischer in augustus
Nederlandse industriële ondernemers zijn volgens de maatstaf van het CBS licht optimistischer geworden in augustus. Eerder was al bekend dat het consumentenvertrouwen juist iets was gedaald. Hoewel het een vergelijking van appels en peren betreft en de schaal op de verticale as verschilt, suggereert het volgende plaatje dat het consumentenvertrouwen al een poos zeer laag is vanuit een historisch perspectief en ook lager dan je op basis van het producentenvertrouwen zou verwachten. Wellicht dat hier de hoge inflatie van de laatste jaren ook een belangrijke rol speelt.
De 'Economic Sentiment'-index die de Europese Commissie elk maand samenstelt, is in augustus licht verbeterd. De index is gebaseerd op een uitgebreide enquête onder ondernemers in diverse sectoren en ook consumenten. Mijn laatste grafiek deze week laat zien dat het allemaal nog niet overhoudt. Het vertrouwen is de laatste maanden min of meer stabiel op een niveau dat iets onder het langjarig gemiddelde ligt. Dat impliceert dat de economie van de eurozone een bescheiden groei doormaakt. Hoewel ik grote twijfels heb over de groeipotentie van de Europese economie denk ik dat enkele belangrijke factoren op korte termijn zullen zorgen voor het doorzetten en misschien zelfs iets stijgen van het groeitempo. De koopkrachtverbetering is daarbij de belangrijkste. Die zal de consument in staat stellen de uitgaven te laten groeien. Deels is dit te danken aan lagere energieprijzen, die de industrie ook helpen. Verder zal de aantrekkende wereldhandel een verbetering van de exportprestatie mogelijk maken.
Afsluitend
Onze inflatie is opmerkelijk hardnekkig en de vooruitzichten voor de rest van het jaar zijn ongunstig. Het gaat te ver om te zeggen dat ik er gif op in zou durven nemen, maar het lijkt mij nagenoeg zeker dat we nog aanzienlijke hogere inflatiecijfers in de rest van het jaar zullen zien dan de 3,6% van augustus. Er wordt niet vaak naar gekeken, maar de stijging van het prijspeil vanaf het begin van het jaar tot en met augustus is dit jaar hoger dan enig ander jaar van de laatste veertig jaar of zo, met 2022 als enige uitzondering.
De inflatie in de rest van de eurozone nadert de doelstelling van 2%. Het zou mij in hoge mate verbazen als de ECB de rente in september niet opnieuw zou verlagen.
De Nederlandse en Europese conjunctuur blijft vrij zwak. Er is sprake van matige groei en dat beeld zal de komende tijd niet sterk veranderen. Enige versnelling van de groei ligt nog het meest voor de hand.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.