Shutterstock

Opinie Mariska Werring

Product uit eigen land van eigen teler, waarom niet?

1 Oktober 2021 - Mariska Werring

Coronamoe, dat zijn we al een tijd. Maar het is niet alleen maar doffe ellende; zeker niet als we kijken naar de versconsumptie in Nederland. Volgens onderzoeksbureau IRI is die consumptie naar 6,7% gestegen aan het begin van dit jaar, waar dat in 2019 nog 3,5% was. Ook is de omzet van de boerderijverkoop vorig jaar verdubbeld, waarbij (niet onbelangrijk) de consument 25% meer besteedde tijdens dat bezoek. Heeft deze pandemie ons gedrag veranderd? En, zo ja, is die verandering blijvend?

Door de coronapandemie is een foodconsument ontstaan die gezondheid, nieuwe technologieën en duurzaamheid combineert in alle aankopen. De Nederlandse consument wil in toenemende mate geïnteresseerd meer te weten komen over waar voedingsmiddelen vandaan komen. Hierbij spelen factoren als het welzijn van mens en dier, de transparantie van de toeleveringsketen, plantaardige voeding en duurzame bevoorrading een steeds belangrijkere rol.

Local food is een van de trends die in 2022 populair blijft. Het 'Food Trend Rapport 2021' voorspelt dat de vraag naar regionale aardappelen, groente en fruitproducten blijft groeien. De waarde van seizoensgebonden voeding dat 'vlak voor onze neuzen' wordt verbouwd, heeft zowel de aandacht van de consument als de retailer. Een positieve ontwikkeling is dat de teler in Nederland hierbij wordt gesteund en de impact op het klimaat verkleind wordt. Volgens de 'EY Future Consumer Index' is zo'n 35% van die 'nieuwe consument' bereid meer te betalen voor gezondere producten. Dat klinkt super positief. Je vraagt je af: waarom hebben we dan al die tijd allerlei producten uit het buitenland gehaald?

Terug in de tijd
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog op 2 september 1945 kwam de distributie van groente en fruit langzaam weer op gang. Het transport van het platteland naar de stad werd hersteld en hierdoor konden onder meer verse aardappelen worden aangevoerd naar het westen. Groenten bleven nog tot april 1946 op de bon en de sinaasappelen en ander fruit uit Zuid-Europa waren pas vanaf juni 1948 weer vrij verkrijgbaar. In de jaren '50 nam de voedselbeschikbaarheid toe door een combinatie van stijgende welvaart, technologische ontwikkelingen en schaalvergroting bij de boeren. Hierdoor ontstonden de eerste supermarkten en vond een enorme stijging plaats in het aantal producten.

Wat interessant is om te melden, is dat gezondheid, gemak en exotisme thema's waren die voor de voedselkeuze van de Nederlanders leidend zijn geweest in de zes decennia na de Tweede Wereldoorlog. Het assortiment in de supermarkten bleef toenemen en daarmee ook de vraag naar jaarrond beschikbaarheid van verse producten, waardoor de import steeg. Opslag- en bewaartechnieken en de capaciteiten waren een stuk minder dan nu, waardoor de kwaliteit van Nederlandse producten te laag was of simpelweg niet beschikbaar.

Stap voor stap
Het wordt steeds duidelijker dat het klimaat verandert. In 150 jaar tijd is de gemiddelde temperatuur op aarde met ruim 1 graden gestegen. Hittegolven komen frequenter voor, koude golven nemen af en extreme regenval is geen uitzondering meer. De hoogste temperatuurstijging vindt plaats in Zeeland en de laagste in Drenthe en Groningen. Afgelopen maanden hebben we gezien dat er veel wateroverlast is geweest in Friesland en Brabant, wat miljoenen euro's schade heeft opgeleverd en mislukte oogsten.

Door meer producten uit Nederland te halen, en dan met name producten die van zogenaamde 'open teelt' afkomstig zijn, hebben we meer last van veranderende weersomstandigheden. Daarom is het van belang (vanwege risicospreiding) dat bijvoorbeeld de teelgebieden van de aardappelen geografisch gescheiden liggen, waarbij in het zuidwestelijk kleigebied het grootste areaal consumptieaardappelen te vinden is.

Om steeds eerder beschikking te hebben over versproducten uit eigen land wordt ook folieteelt toegepast, bijvoorbeeld in Zeeland bij versproducten zoals aardappelen. Door het vasthouden van de warmte (onder deze folie) kunnen de aardappelen iets eerder gerooid kunnen worden. Een fenomeen wat bij aspergeteelt al jaren wordt toegepast om verkleuring tegen te gaan en de oogst te vervroegen. De vraag is nogwel wat de impact is voor het milieu.

Milieuvraagstuk
Er wordt soms gewerkt met biologisch afbreekbaar materiaal, maar helaas breekt de folie dan soms eerder af. Hierdoor ontstaat rond de velden een rommelig beeld, waarbij je alles behalve een milieuvriendelijk beeld krijgt. Nadat in het najaar veel van de open teelt gewassen als aardappelen, uien, peen zijn gerooid, worden ze opgeslagen; vaak in schuren met mechanische koeling. Dit maakt het mogelijk om langer en betere kwaliteit te handhaven en dus jaarrond uit Nederland versproduct aan te bieden aan de retail, foodservice, buitenland en andere afzetgebieden. 

Het effect dat de klimaatverandering heeft op de natuur en landbouw zet de komende jaren door. Factoren als droogte of extreme regenval worden onderdeel van 'het nieuwe normaal'. De wens om meer versproducten uit Nederland te halen, is goed voor onze telers en beter voor het milieu. Een optimale samenwerking in de keten ligt hieraan ten grondslag en vraagt aan ieder bedrijf en individu om net dat stapje harder te zetten om samen het verschil te kunnen maken.

Mariska Werring

Mariska Werring is Sales Director bij AG-retailpartner Leo de Kock en Zonen B.V., volgt een Executive MBA voor Food & Retail bij EFMI Business School en is retailkenner in hart en nieren.

Bel met onze klantenservice 0320 - 343 368

of mail naar support@foodbusiness.nl

wilt u ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in uw inbox

Aanmelden