De Deense varkensstand holt de laatste jaren hard achteruit. Steeds meer Deense varkenshouders kiezen ervoor om hun bedrijf op te doeken en deze trend lijkt voorlopig niet te keren. Afhankelijkheid van de export naar landen buiten de Europese Unie zorgt er namelijk voor dat Deense slachtprijzen flink bij andere Europese landen achterblijven.
Volgens de meest recente telling van de Europese Unie is in 2022 de varkensstapel in Denemarken met 12,2% gedaald. Het afgelopen jaar kromp het aantal varkens dus met 1,8 miljoen tot 13,3 miljoen varkens. Een half jaar later bleek de omvang van de varkensstapel nog verder afgenomen. Volgens het Deense nationale statistiekbureau blijkt de varkensstand op 1 juli uit op 11 miljoen varkens, 9,6% minder dan het jaar ervoor. De rappe daling van de varkensstand is direct terug te zien in het Deense slachtcijfer. Het aantal slachtingen daalde vorig jaar met 16,3%.
De varkensstand loopt snel terug, omdat veel Deense varkenshouders ervoor kiezen om ermee te stoppen. In 2021 telde Denemarken nog 2.576 varkensbedrijven. In 2022 daalde dit cijfer tot 2.399 varkenshouders. Hiervoor gelden veelal dezelfde redenen als in andere landen. Eind februari gaf het officiële adviesorgaan van de Deense overheid nog het advies af om de omvang van de Deense veesector stevig in te perken. Daarnaast blijkt opvolging vinden nogal eens een probleem. Natuurlijk heeft de sector, net als in de rest van de Europese Unie, na de Oekraïne-oorlog flinke klappen te verwerken gehad. In 2022 daalde het aantal Deense varkenshouders met 6%.
Lage prijzen
Een belangrijk verschil met andere Europese landen is echt dat de Deense slachtprijs sinds medio 2021 structureel lager ligt dan in concurrerende landen. Zo werd er in week 34 van 2023 in Duitsland €2,30 per kilo afgerekend. In diezelfde week was de Nederlandse prijs €2,21 en ontvingen in Franse varkenshouders €2,16. De Deense slachtprijs was daarentegen gemiddeld gezien €1,81 per kilo. Dit verschil verklaart naast de snelle krimp van de varkensstapel ook waarom het slachtcijfer nog sneller achteruit holt. Door de lage Deense prijzen is het aantrekkelijker om varkens over de grens te laten slachten.
Die lage slachtprijs heeft één duidelijke oorzaak reden. Denemarken is een stuk afhankelijker van landen de export naar landen buiten de Europese Unie dan andere Europese kernmarkten. Van de 1,96 miljoen ton varkensvlees die volgens het Deense statistiekbureau in 2022 werd geproduceerd, exporteerde Denemarken 1,9 miljoen ton. Maar liefst 855.000 ton varkensvlees daarvan werd geëxporteerd naar derde landen, zo blijkt uit cijfers van Eurostat. Dat komt neer op 43,7% van het Deense varkensvlees. Door de hoge Europese varkensvleesprijzen laten derde landen de Europese markt op het moment links liggen. In 2021 bereikte Denemarken nog een exportrecord van ruim 1 miljoen ton varkensvlees, ongeveer 150.000 ton meer dan vorig jaar.
Ook dit jaar lijkt de export weer lager uit te vallen. In de periode van januari tot en met juni exporteerde Denemarken 317.000 ton varkensvlees. Een jaar geleden exporteerde het land in dezelfde periode bijna 410.000 ton, een daling van 22,7%. Funest is vooral het wegvallen van de export naar China, klassiek de grootste importeur van Deens varkensvlees. Tussen 2022 en 2023 daalde de export naar het Aziatische land met 29,7% van 511.000 ton naar 360.000 ton. Voor alsnog lijkt deze daling door te zetten. In het eerste half jaar van 2022 importeerde China 148.600 ton. In dezelfde periode van dit jaar daalde de export naar 111.000 ton, een daling van 25,3%.
Perspectief beperkt
Sinds dit jaar lijken Deense slachterijen, waaronder grootmacht Danish Crown, er steeds vaker voor te kiezen om de slachtcapaciteit te beperken. Deze strategie mag niet verbazen. De Deense varkenssector lijkt tussen het tafel en servet te zijn beland. Door de steeds strengere milieuwetgeving en lage leveringszekerheid op het gebied van energie lijkt het onwaarschijnlijk dat de Deense varkensvleesprijzen op korte termijn weer een niveau bereiken dat competitief is op de wereldmarkt. Aan de andere kant zijn Deense prijzen te laag om de rest van de Europese markt bij te kunnen benen. De kansen dat de huidige krimp weer teniet kan worden gedaan, lijkt dan ook vrijwel nihil.