Meer dan de helft van de Europese vleesconsumenten is vorig jaar minder vlees gaan eten. Dat is 5% meer dan in 2021, zo blijkt uit een consumentenonderzoek van Smart Proteïn.
Dat onderzoek is samengesteld door de NGO ProVeg, de Universiteit van Kopenhagen en de Universiteit van Gent. Aan het onderzoek deden 7500 consumenten uit Oostenrijk, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk mee.
Voor 47% was de gezondheid reden om minder vlees te gaan eten. Voor 29% was het milieu de belangrijkste reden en voor 26% was het dierenwelzijn. De gezondheid was met name belangrijk voor inwoners van Roemenië en Italië. Milieu voor inwoners van Denemarken en Nederland. Voor Nederlanders was ook dierenwelzijn belangrijk, evenals voor de Duitsers.
De grootste daling van de vleesconsumptie vond plaats in Duitsland, Frankrijk en Italië, waar 60% van de inwoners minder vlees is gaan eten. In Duitsland was de vleesconsumptie in 2022 het laagste in meer dan drie decennia. Toch daalt het aantal flexitariërs verrassend genoeg met 3%. Al kent Duitsland met 40% de meeste flexitariërs.
Plantaardige alternatieven
De populairste vleesvervangers zijn bonen. Maar liefst 57% van de ondervraagden zegt deze producten minimaal één keer per week te eten. Plantaardige alternatieven worden door 28% van de ondervraagden gegeten. Opvallend genoeg zijn alternatieven op basis van bonen met 17% minder populair.
Meer dan 40% van de consumenten is van plan om vaker plantaardige producten te kopen. De afgelopen drie jaar is het vertrouwen in plantaardige producten gegroeid. Bijna de helft van de ondervraagden gaf aan de producten meer te vertrouwen. Waarbij plantaardige alternatieven het meest vertrouwd worden, gevolgd door kweekvlees en zuivel en eiwitten op basis van schimmels. Ondanks het groeiende vertrouwen wil 60% van de ondervraagden meer transparantie.
Tot slot steunt 62% van de ondervraagden het niet heffen van belasting op producten die het milieu en de gezondheid ondersteunen. Vooral in Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk was hier steun voor.