Er moet snel een nieuwe voedselstrategie komen, zo stelt de Centrale Organisatie van de Vleessector (COV) in haar Meat Café. Daarbij benadrukt voorzitter Laurens Hoedemaker dat minder voedsel produceren onverantwoordelijk is.
Wat Hoedemaker betreft moeten we als we naar de toekomst kijken vooral rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering. Daarbij citeert hij uit de projecties van het Wereldnatuurfonds waaruit blijkt dat de hoeveelheid landbouwgrond aanzienlijk gaat dalen. Voor Europa zal vooral de gordel van Ierland tot Nederland en Scandinavië tot Polen het voornaamste gebied zijn waar we voedsel zullen produceren in de toekomst. Daarbuiten zal productie een stuk moeilijker worden.
Dat verlies van landbouwgrond maakt het verlagen van de voedselproductie gevaarlijk, zo stelt Hoedemakers. Nederland heeft hier een tamelijk unieke positie. Voedsel produceren doe je in een vruchtbare delta en Nederland is bij uitstek de vruchtbare delta van Europa. Bovendien heeft Nederland veel te bieden op technologisch gebied, waardoor wij ons land ook kunnen benutten. We zijn een proeftuin voor de landbouw in de wereld. Willen we die functie goed blijven vervullen dan is daar volgens Hoedemakers een bepaalde schaal voor nodig. Aangezien Nederland weinig land heeft, zullen we het daarbij van intensieve productie moeten hebben.
Import vraagt export
Tenslotte is het van belang om wat uit te zoomen, zegt Hoedemaker. Voedsel is een van de weinige exportproducten die Nederland nog heeft, stelt hij. Zonder export sta je achteraan in de rij om te importeren. Dat neemt niet weg dat er veel gaat veranderen. Zo zal het belang van kringlooplandbouw toenemen.
Hoedemaker geeft aan dat dierlijke producten daarbij zeer belangrijk zullen blijven. Niet alleen vanwege de restproductie, maar ook omdat verreweg het meeste land niet geschikt is om gewassen voor menselijke consumptie te verbouwen. Plantaardige eiwitten zijn voor het menselijk lichaam bovendien moeilijk te benutten, waardoor vlees met name een grote rol in het voedingspatroon van oudere mensen, zwangere vrouwen en kinderen zal blijven spelen.