Distributeur van biologische ingrediënten en voedingsproducent Do It Organic (de bedrijfsnaam wordt officieel geschreven in kapitalen) mag zich sinds kort een B Corp noemen. Het bedrijf behaalde een mooie score van in totaal 90 punten voor de verschillende impactgebieden.
Positieve impact maken, dat heeft de onderneming al langer als doel. Al sinds de oprichting in 1991 - eerst als DO-IT en sinds 2021 onder de huidige naam - richt de onderneming zich op biologische plantaardige ingrediënten, die momenteel in meer dan twintig landen over de hele wereld worden geteeld.
In een aantal van die landen is de onderneming betrokken bij landbouwprojecten die de leefomstandigheden van boeren en hun families verbetert. In totaal produceren meer dan 30.000 (kleine) boeren voor Do It Organic en werken er circa honderd mensen bij het hoofdkantoor en de productielocatie in Barneveld. De B Corp-certificering sluit volgens Group CFO Désirée Theyse heel goed aan bij de kernwaarden van de onderneming. "Als je in de biologische foodingrediënten zit, doe je dat omdat je bezig bent met het milieu en de maatschappij. Je wilt dat mensen bij de oorsprong ook een goed bestaan hebben."
Voor een B Corp certificering moet je veel vragen invullen en bewijsstukken aanleveren. Het kost heel veel werk. Waarom hebben jullie besloten om voor een B Corp certificering te gaan?
"Voor ons staat B Corp heel dichtbij bij wat we zijn én willen zijn. Het is even wat werk, maar het is eigenlijk meegevallen. Het is ook een bevestiging dat wat we zeggen te doen, ook daadwerkelijk doen. We zijn ook heel blij met de uitkomst, waarmee we ruim over het minimum van 80 punten zitten. Ruim dertig jaar geleden is het bedrijf opgericht als distributeur van 100% biologische producten, voor de keten en consument. Daarbij staan mens, milieu en maatschappij centraal, precies wat B Corp ook noemt. Als je in de biologische foodingrediënten zit, doe je dat omdat je bezig bent met het milieu en omdat je wilt dat alle mensen in de gehele keten, een goed bestaan hebben."
Bij elke hercertificering na drie jaar moet je verbeteren. Waar zien jullie daarvoor ruimte?
"Niet concreet op één punt; ik denk wel dat je het op alle punten net wat beter moet doen. Dat willen we als bedrijf ook: het elke dag een beetje beter doen. Bijvoorbeeld bij de producenten, dat je weer heel veel boeren in een land kan helpen. Op alle elementen willen we het goed doen, en anders doen we het niet. Dat is niet omwille van het B Corp-certificaat, dat is de bedrijfsvisie. Onze kernwaarden zijn: 100% involved to improve."
Jullie hebben voor ogen dat biologische landbouw en voedsel de norm wordt. Hoe willen jullie daar een steentje aan bijdragen?
"Eigenlijk op twee manieren: via push en pull, zoals je in marketingtermen zegt. We zien dat er vanuit de EU druk komt dat 25% van de landbouwgrond biologisch moet zijn in 2030. Iedereen vanuit de biologische wereld helpt mee dat dat gerealiseerd wordt. Wij denken dat biologische landbouw uiteindelijk de enige logische oplossing is en we moeten daar met de hele keten aan werken. Je had al het natuurvoedingskanaal, maar we zien dat supermarkten ook steeds meer meegaan. Door te zorgen voor biologische producten die betaalbaar zijn en van goede kwaliteit, kun je je steentje bijdragen. Daarnaast is kennis overdragen ook belangrijk. Biologisch is vaak iets duurder en dat zorgt voor een drempel als consumenten niet weten waarvoor ze betalen. Bionext en BioNederland doen daar veel aan. Je moet het blijven vertellen. Er is nu ook een reclamespotje op tv: De mooiste boodschap is bio."
"De discussie is dat in de kostprijs van niet-biologische producten, niet berekend wordt welke negatieve neveneffecten die hebben op het klimaat. Zolang dat niet wordt berekend, blijft het verschil groter. Wat goed gaat, is dat steeds meer mensen biologisch kopen. Sinds er dertig jaar geleden een beweging in gang is gezet, is een veel groter percentage biologisch."
Hoe ziet jullie klantengroep eruit?
"We hebben twee grote segmenten. Foodingredients levert aan B2B, denk aan bakkerijen, notenfabrikanten, sauzenmakers, producenten van vleesvervangers, eigenlijk alle bedrijven die ingrediënten gebruiken. We leveren aan iedereen. Aan internationale producenten leveren we in grote hoeveelheden, maar voor kleinere lokale producenten zijn we juist een one stop shop. Zeg maar een pallet met een aantal zakken amandel- en maismeel, een zak sesamzaad en 5 liter olijfolie. We richten ons daarnaast ook op consumenten met onze eigen merken La BIO IDEA en Amaizin. We hebben ook een eigen merk dat via online retail aan consumenten wordt aangeboden: Basta! Ook hebben we een groot deel private label en verpakken we voor het supermarktkanaal. De meeste klanten zitten mooi verspreid over Europa. Daarnaast leveren we in de VS."
Met biologisch kun je minder makkelijk van producent wisselen. Wat doen jullie om leveranciers en telers aan jullie te binden?
"Dat is ook de kern van het bedrijf. Vanaf het ontstaan is er veel focus op de duurzame contacten met telers, daar begint alles. En ze moeten ook precies doen wat volgens de biologische vereisten moet gebeuren. We doen projecten in onder meer Mozambique, Oeganda en Cambodja en onderhouden goede banden met boeren en boerencoöperaties. We leren ook hoe ze het beste kunnen produceren. Soms gaat dat om simpele dingen, dat je bijvoorbeeld rechter zaait met een touwtje en niet wat in het rond strooit. Soms zijn de projecten grootschalig en helpen we met training en tools en zelfs met het welzijn van de kinderen van de boer."
Désirée Theyse
"De inkoopmanagers gaan er ook veel op uit en kwaliteitsmensen gaan op inspectie. Er zijn heel veel certificaten en regelgeving wordt ook steeds strenger. Het gaat niet alleen om het gebruik van pesticiden, maar ook om gewassen roteren, de grond niet uitputten, biodiversiteit. Je moet steeds controles inbouwen: bij de teelt, bij de verscheping, als iets binnenkomt; elke tussenschakel kent certificering. Het is een zeer gereguleerde keten. Dat is denk ik het grote verschil tussen biologisch en andere keurmerken, je weet zeker: als je er een biologo op mag zetten, dan is het ook echt bio."
Wat staat er dit jaar voor jullie op stapel?
"We willen gewoon verder, steeds een beetje beter. Groeien, maar niet ten koste van alles. We willen uitbreiden in categorieën en flexibel zijn aan de leverancierskant in landen. We zien nu een sterke vraag in plantaardige eiwitproducten, in noten en zaden. We willen mee met die vraag en voor goede kwaliteit zorgen. Geografisch breiden we ook steeds meer uit. Frankrijk en Engeland zijn we beter gaan bedienen. Ook gaan we dit jaar een nieuwe categorie aanbieden: spices en herbs. Dat hadden we nog niet en de afgelopen jaren werd er veel naar gevraagd."
Je was eerder CFO bij een detacheerder en hebt functies bekleed bij meerdere financiële instellingen. Do It Organic is een heel ander bedrijf. Wat trok je aan?
"Het was wel een overstap. Ik dacht: ik wil weer eens wat anders, mijn financiële strategische ervaring inzetten bij een heel andere markt, in het groot-mkb. En het bedrijf de volgende stap laten maken in een wereld die heel interessant is en ook nog aan goede kant zit. Daarmee bedoel ik: gericht op mensen, milieu en maatschappij. Ik denk dat Do It Organic echt een uniek bedrijf is. Niet alleen het doel, biologisch, maar er is ook sociale gedrevenheid. Daar voel ik me heel prettig bij. Het verpakkingsteam werkt bijvoorbeeld met een sociaal inclusief team. Het is een heel menselijk bedrijf, maar het mag ook best op een economische manier. En ik kan hier heel goed mijn ervaring vanuit de financiële wereld inzetten. Vroeger was er meer onderscheid tussen hele groene bio-mensen en mensen die daar niks mee te maken hadden. Nu is die wereld veel breder en groter geworden, dat vind ik heel interessant."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
