Verwacht wordt dat de wereldwijde productie van olijfolie over dertig jaar door de grens van 4 miljoen ton gaat. De opkomst van de zogenaamde ‘moderne olijfboomgaarden’ is daar de reden voor. Met een hogere dichtheid moet de productie zodoende opgeschroefd kunnen worden. Ook zorgen veranderingen in het klimaat ervoor dat meer regio’s geschikt worden voor de teelt van olijven.
De wereldwijde productie van olijfolie zal op termijn door de grens van 4 miljoen ton gaan. Dat is de conclusie van Juan Vilar, die al twee decennia onderzoek doet naar de toekomst van de olijfoliemarkt. Bij The Olive Oil Times stelt de professor van de Universiteit van Jaén (Spanje) dat hij een gestage overgang verwacht van de traditionele boomgaard naar boomgaarden met een hoge dichtheid. Op dit moment komt het wereldwijde areaal olijfgaarden uit op 11,69 miljoen hectare. "Ik verwacht dat dit tegen 2050 gestegen is naar 15,25 miljoen hectare." Kortom, de komende dertig jaar neemt het areaal met 32% toe.
Als de marktonderzoeker de bovenstaande cijfers doorberekend, dan komt hij uit op een wereldwijde olijfolieproductie van 4,4 miljoen ton. Op dit moment bedraagt de jaarlijkse productie ongeveer 3,1 miljoen ton, met een recordproductie van 3,3 miljoen ton in oogstjaar 2017/2018. De genoemde (stevige) groei is alleen haalbaar als wordt overgeschakeld op boomgaarden met een hoge dichtheid. "Dit noemen wij maar gewoon 'moderne olijfboomgaarden'. Op dit moment zijn die moderne boomgaarden goed voor 32% van het totale areaal. Tegen het jaar 2050 verwacht ik dat dit 60% zal zijn", stelt Vilar. In dat jaar is 23% van de olijfolieproductie afkomstig van traditionele boomgaarden en 77% van moderne gronden.
Volgens Vilar worden die nieuwe olijfboomgaarden vooral opgezet in nieuwe productielanden. Denk aan Canada, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. "Tien jaar geleden was het nog ondenkbaar dat deze landen in zouden zetten op de teelt van olijfolie", stelt de professor. "De komende twintig jaar verwacht ik dat zeker nog eens vijftien landen voor het eerst in de wereld van olijfolie stappen." Landen waarvan verwacht wordt dat zij overschakelen op moderne boomgaarden, zijn: Spanje, Griekenland, Italië, Portugal, Tunesië en Turkije. Oftewel, de grootste producenten van olijfolie ter wereld. Zij zien heil in het vergroten van hun productie, met het oog op een toenemende vraag.
Concurrentie tussen traditioneel en modern?
Ook andere partijen voorzien de komende jaren groei in de markt van olijfolie. Een recent rapport van Technavio stelt dat de olijfoliemarkt tot 2025 groeit met gemiddeld 4,73% per jaar. Meer dan de helft van die groei (54%) is afkomstig uit de Europese Unie. De grote vraag vanuit het buitenland ligt ten grondslag aan die groei. Zo importeerde Canada afgelopen jaar voor meer dan $213 miljoen aan olijfolie, blijkt uit cijfers van Statistics Canada. Het leeuwendeel van die import kwam uit Italië ($88 miljoen), gevolgd door Tunesië ($51 miljoen) en Spanje ($50 miljoen).
Overigens verwacht Vilar niet dat de traditionele boomgaarden hun concurrentiepositie snel verliezen ten opzichte van de moderne olijfboomgaarden. Dit omdat 87% van de olijfgaarden zich op dit moment nog bevindt in negen mediterrane landen. Naarmate de klimaatverandering vordert, kan dit veranderen. "Dan zullen nieuwe gebieden ook steeds geschikter worden voor de teelt van olijven." Daarbij staat wel vast dat de toekomstige beschikbaarheid van water leidend is. "Maar dat geldt voor meerdere teelten."
Het is natuurlijk koffiedik kijken wat bovenstaande doet met de commodity-index voor olijfolie. Die noteert voor november $4.190 per ton. Dat was een maand eerder $4.370 per ton. Die daling is niet iets waar handelaren van schrikken. Een jaar geleden stond de index namelijk nog op $1.390 per ton. Een prijs rond de $3.500 per ton was afgelopen seizoenen 'normaal'. Voor komend jaar wordt een prijsstijging verwacht. Dit omdat de olijfoliesector met een aantal problemen kampt, zoals een tekort aan glas en logistieke uitdagingen.
Een fors groter aanbod de komende jaren kan uiteindelijk natuurlijk leiden tot een lagere prijs. Al is er tegelijkertijd ook sprake van een grotere vraag. Hoe die vraag zich in de toekomst ontwikkelt, is alleen nog niet duidelijk. Dus in hoeverre vraag en aanbod in 2050 in onbalans komen, is nog even afwachten.