Waar de vorige Global Dairy Trade nog een lichte stijging van de index liet zien, ging de index bij de jongste GDT-veiling van 21 juni weer licht omlaag. Het was een kalme veiling met relatief weinig product. Amper 21.000 ton.
De grote producten: volle melkpoeder en magere melkpoeder hielden elkaar qua prijsbeweging bijna in balans. De prijs van het gemiddelde magere melkpoedercontract steeg met 1% naar US$ 4.276 per ton (+$36), de prijs van het gemiddelde volle melkpoedercontract daalde met 0,6% naar $4.125 per ton (-$33).
Europees poeder goedkoper
Bij de magere melkpoeders was het Europese (Arla) product trouwens aardig goedkoper dan het Nieuw-Zeelandse. Voor Europees poeder werd gemiddeld $4.133 per ton genoteerd, voor vergelijkbaar Nieuw-Zeelands product $4.345.
Boter nog steeds flink goedkoper
De grootste prijsbewegingen zaten bij de kleinere producten. Boter steeg met 2,4% in prijs naar gemiddeld $6.213 per ton Dat komt overeen met een prijs in euro's van €5.884. Wanneer je dit vergelijkt met de DCA-notering van €7.150 vorige week, dan komt dat neer op een verschil van €1.266 per ton.
AMF daarentegen daalde met 4,7% in prijs naar $5.913 per ton.
Cheddar was de sterkste daler. De prijs hiervan ging met 9% omlaag naar $4.875 per ton.
Dat het een kalme veiling was, tegen het einde van het productieseizoen in Nieuw-Zeeland en Australië, bleek ook uit het aanbod. Producten als weipoeder, lactose en karnemelkpoeder kwamen in het geheel niet voor de klok.