Palmolie is in een week tijd aardig wat duurder geworden, maar daarna ook weer in prijs gezakt. Aanleiding was zorg en speculatie over mogelijk kleinere oogsten door het El Nino-effect en droogte in belangrijke regio's voor zowel de teelt van soja als van palmolie.
Na vijf, zes dagen van onafgebroken prijsstijging op zowel de fysieke markt als op de termijnmarkt volgde evenwel een terugval. De oogst kan tegenvallen, maar dat wil nog niet zeggen dat kopers nu staan te springen om palmolie te kopen. De vraag is zwak en de voorraden zijn goed.
Zowel Indonesië als Maleisië zagen in het laatste gegeven aanleiding om hun exportpolitiek aan te passen. Indonesië verlaagde de referentieprijs voor de export van palmolie in de tweede helft van juni met bijna $90 per ton naar $723,45 per ton, terwijl Maleisië de referentieprijs voor juli verlaagde van ruim 4.100 ringgit naar goed 3.600 ringgit. Met name India bleef achter met aan nieuwe palmolie-aankopen.
Corruptie
De palmoliehandel kijkt deze dagen overigens met zorg naar het corruptieproces tegen drie grote handelsbedrijven: Permota, Musim Mas en Wilmar. Zij worden verantwoordelijk gehouden voor een corruptieschandaal, waardoor de Indonesische markt voor kookolie vorig jaar ernstig van slag raakte en de regering moest ingrijpen. Dit krijgt nu een staartje. Wat dit straks zal betekenen voor de markt voor eetbare olie, is nu niet te zeggen, maar evident is dat problemen voor deze bedrijven verdere onrust kan veroorzaken.