De olijfolieprijs heeft de daling die tot begin april zichtbaar was op de markt in Jaèn niet vastgehouden. Sindsdien is de prijs weer omhoog gegaan, afhankelijk van de kwaliteit van het product. Toch blijft de prijs nog wel zo'n €1,50 per kilo onder de piek van begin dit jaar.
De weer oplopende prijs op de markten in de grote productielanden heeft vanzelfsprekend ook invloed op de consumentenprijzen. Die waren al hoog en zullen dat voorlopig nog wel blijven. De notering van Jaèn is de belangrijkste van Spanje, het belangrijkste olijfolieproductieland ter wereld.
Voor de hoogste prijzen per liter moet worden gekeken naar Italië. Daar variëren de prijzen voor de betere kwaliteiten olijfolie (virgine, extra virgina, dop) tussen de €7,80 en €25,50 per kilo. Daar is ook de grootste variatie in soorten olie te vinden.
Door het beperkte aanbod van olijfolie wagen zich in steeds meer landen nieuwe groepen telers zich aan de olijfteelt. Vanuit de Balkan rukt de teelt zelfs op tot in Oostenrijk. Dat wordt ook mogelijk gemaakt door de verandering van het klimaat.
Het andere effect van de hoge prijzen is dat steeds meer namaak en ondeugdelijk product op de markt komt. De Duitse stichting Warentest testte recent 19 merken extra virgine olijfolie op kwaliteit en constateerde dat 6 merken duidelijk niet aan de eisen voldeden. Nog eens 11 andere merken konden slechts met moeite voldoen aan de gestelde criteria.
Het enige land waar olijfolie nog ruimschoots voorradig is, is Turkije. Daar stelde de regering vorig jaar een exportverbod in uit angst voor tekorten. Die deden zich niet voor, al liep de prijs van het product wel op. Zo'n 200.000 ton onverkocht product wacht ondertussen nog op een nieuwe eigenaar, maar daarvoor moet de regering eerst de export weer mogelijk maken, stelt de handel.
De EU zit na een aantal magere productiejaren niet geheel zonder olijfolie, maar de overlopende voorraden van nieuw op oud productieseizoen, worden steeds kleiner.