'Groei is voor A-ware geen doel op zich'

"We kijken naar de behoefte van onze klanten, naar kansen die zich voordoen, naar timing." Anker kijkt nadenkend voor zich uit en zoekt naar de juiste woorden: "Je kunt zeggen dat we ondernemend zijn, maar altijd met een langetermijndoel voor ogen. Over Olympia kan ik nog niet veel zeggen, omdat de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) de overname nog goed moet keuren, maar zowel de Hollebeekhoeve als Olympia kwamen op ons pad. Het waren kansen die zich aandienden en die passen bij onze plannen."

Beide produceren onder meer verse zuivel.
"Ja, beide betekenen ook een aanvulling voor ons pakket. Zo maakt de Hollebeekhoeve naast drinkzuivel en yoghurt ook UHT-melk en 'platte kaas', zoals de Belgen kwark noemen, terwijl bij Olympia ook desserts en boter wordt gemaakt. De zelfstandigheid van Olympia willen we behouden."

A-ware heeft straks, als de overname van Olympia wordt goedgekeurd, vier operaties in België: La Concorde met boter en room, Aalter met melkpoeders, en Kruibeke en Olympia met onder meer verse zuivel. Zijn jullie dan klaar, om het zo te zeggen?
"We zijn van huis uit een kaasbedrijf, maar hebben nog geen kaasproductie in België."

En dus?
"Dat is zoals het is. België is inmiddels wel onze tweede thuismarkt, waar we zijn voor de langere termijn. Er zijn kwalitatief goede melkveehouders, die kwalitatief goede melk leveren. Wij kunnen hen verdere groeikansen bieden. Wij staan nog steeds open voor nieuwe melkleveraars."

Jullie betalen een goede melkprijs in België, soms hoger dan in Nederland. Hoe zit dat?
"Onze zuivelbusiness in België is een afzonderlijke activiteit. Wij doen niet aan herverdeling van melkgeld en slepen geen gelden van Nederland naar België of andersom. Wij subsidiëren niets. Onze poeder- en roomactiviteiten in België brengen een goede melkprijs op. Dat is een melkprijs die wij vooraf publiceren. Veel Belgische bedrijven doen dat anders. Wij vinden dat onze melkveehouders het recht hebben om van tevoren te weten wat hun melkgeldbetaling zal zijn. Het straalt ook ondernemerschap uit om het zo te doen, vinden wij."

Jullie zijn in nog vier andere Europese landen actief als producent of producent in wording: Zwitserland, Italië, Estland en Ierland. In het laatste land hebben jullie lang moeten wachten op een vergunning om te bouwen. Heeft dat de plannen nog aangetast?
"We konden pas een jaar later beginnen dan we wilden, maar de plannen veranderen er niet van. Dat zou voor een bedrijf met langetermijnplannen ook niet logisch zijn. Wij weten wat we willen en gaan daarvan uit aan de slag. Wij verkopen ook nog steeds een grotere hoeveelheid product, vooral kaas, dan we zelf produceren."

Blijft er met zoveel activiteiten over de grens wel aandacht over voor de Nederlandse markt?
"De Nederlandse zuivelmarkt is onze eerste thuismarkt en dat blijft ook zo. Wij willen aantrekkelijk blijven voor ondernemende Nederlandse boeren. Daarom hebben we de deur nog steeds open staan voor nieuwe leveranciers, zowel in België als in Nederland. En niet alleen dat; we breiden uit bij ons verse zuivelbedrijf in Coevorden, en er loopt een vergunningsaanvraag voor een forse vergroting van de fabriek in Heereenveen. We hebben daar 25 hectare grond, waarvan 13 hectare is bebouwd. Als we de tijd rijp achten, willen we kunnen gaan bouwen aan een nieuwe fabriek. Tot slot investeren we ook in nieuwe verpakkingslijnen op verschillende vestigingen."

Volop plannen, maar veel mensen kijken bezorgd naar alle toekomstplannen van het kabinet. Zijn er nog wel kansen voor de melkveehouderij?
"Ik zie ook dat veel melkveebedrijven stoppen en dat er steeds meer regels komen waaraan moet worden voldaan. Toch zie ik dat er voor ondernemende boeren nog voldoende ruimte is en blijft voor een gezonde bedrijfsvoering, zowel in Nederland als in België. Melkveehouders hebben bewezen goed om te kunnen gaan met veranderingen."