Deze woensdag 22 juni staat vooral in het teken van het grote boerenprotest in het Gelderse dorp Stroe. Boeren kwamen massaal op de been om hun ongenoegen te uiten over het aanstaande stikstofbeleid die het huidige kabinet wil gaan uitvoeren. Met veel discussie over de betrouwbaarheid van de stikstofmodellen, over de haalbaarheid van de plannen en vooral over het rigoureus snoeien in de veestapel, het boerenbestand en de grond die de boeren bezitten. Maar wat betekenen de stikstofplannen nu voor de foodindustrie?
Als we kijken naar de foodindustrie, dan zien we dat de zuivelindustrie het hardst lijkt te worden geraakt door de kabinetsplannen. Het krimpen van de veestapel met 30%, waaronder veel melkkoeien, gaat ervoor zorgen dat er substantieel minder melk beschikbaar komt voor de zuivelverwerkers in Nederland. Dit compenseren uit andere landen is met dagvers product lastig, waardoor dus krimp in productiecapaciteit voor de hand ligt. Verwerkers kunnen minder efficiënt verwerken door overcapaciteit, wat uiteindelijk kan leiden tot een sanering in de zuivelindustrie met fusies en overnames. Dat komt de sterke concurrentiepositie van de Nederlandse zuivel op de Europese en mondiale markt niet ten goede.
Ook de vleesindustrie gaat last krijgen van soortgelijke gevolgen. Het aanbod aan runderen, varkens en kippen gaat krimpen, waardoor het aantal slachthaken in Nederland kan worden afgebouwd. Dit gaat niet alleen gelden voor slachterijen in kippen, varkens en rundvee, maar ook voor de Nederlandse kalversector die voor het grootste deel de kalveren afmesten in natuurgebieden als de hoge Veluwe. Hierdoor dreigen de aan de slachterijen gelieerde bedrijven, die vlees snijden, verpakken enzovoort voor een groter deel aangewezen te worden op buitenlands vlees, waarbij ook de concurrentiepositie onder druk komt te staan.
Overcapaciteit en concurrentiepositie
De rode draad voor de foodindustrie, die voor een belangrijk deel afhankelijk is van aanvoer van Nederlandse veehouders, kunnen als het aangekondigde stikstofbeleid in een tijdsbestek van acht jaar wordt uitgevoerd dus - net als de boeren - een uitdagende periode tegemoet gaan. Waarbij overcapaciteit en de internationale concurrentiepositie vitaal houden de grootste uitdagingen zijn. Dat ook de toeleveranciers van de verschillende industrieën en van de boeren (denk aan veevoer, loonwerk, transport, advies enz.) stevig worden geraakt, lijkt met het doorzetten van de kabinetsplannen dan ook een logisch gevolg.
De boeren trekken de aandacht, maar de industrie en handel rondom de Nederlandse boer gaat ook hard worden geraakt en daarom maken zij zich net als de boeren ook zorgen. Iets wat naar voren komt uit de diverse statements van bedrijven en organisaties die in de keten van de boeren opereren.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.