De sterk gestegen energieprijzen krijgen op macroniveau beperkt vat op de winstgevendheid van Nederlandse bedrijven, maar in de voedingsmiddelensector is dat anders. Deze sector hoort bij de vijf meest getroffen sectoren. Dat blijkt uit een vandaag (18 juli) gepubliceerde analyse van De Nederlandsche Bank (DNB). In het ernstigste scenario lijdt meer dan de helft van de ondernemingen in de voedingsmiddelensector verlies.
In 2020 was een kwart van de ondernemingen in de voedingsmiddelensector verlieslatend. DNB schetst drie scenario's: basis, nadelig en ernstig. Het basispad gaat uit van iets minder dan 40% verlieslatende bedrijven. Bij het nadelige scenario is dat meer dan 55%. Het meest ernstige scenario gaat ervan uit dat meer dan de helft van de ondernemingen in de sector verlies lijdt.
Op het meer gedetailleerde sectorniveau zijn nog grotere uitschieters zichtbaar. Het gaat om sectoren die relatief energie-intensief zijn. Zo bedroegen de energiekosten in de meelindustrie in 2020 (vóór de enorme verhoging van energieprijzen) 3,7% van de omzet. Voor de voedingsmiddelen gemiddeld was dat in 2020 1,3% van de omzet. In het ernstigste geval is meer dan 90% in de meelproductie verlieslatend, aldus de DNB.
Ook ondernemingen die aardappelen, groente en fruit verwerken, staan hoog op het lijstje. In 2020 bedroegen de energiekosten daar 2,5% van de omzet. Circa 20% was in 2020 verlieslatend. In het basispad is dat circa 45%. In het ernstige scenario loopt dat op tot richting 70%. Ook de behandeling van gewassen na de oogst is energie-intensief (3% van de omzet in 2020). In 2020 was circa 15% van deze bedrijven verlieslatend. In het basispad is dat meer dan 35%. In het meest ernstige scenario lijdt meer dan 60% verlies.
In 2020 was 22,3% van alle ondernemingen in alle sectoren in Nederland verlieslatend. In het basisscenario stijgt dit percentage tot 25,5%. In het ernstige scenario stijgt het aandeel verlieslatende ondernemingen verder tot 27,9%. Vanwege de grote onzekerheid over toekomstige energieprijzen, databeperkingen en de gemaakte aannames, moeten de resultaten uit deze analyse gezien worden als een grofmazige inschatting, aldus DNB.
Geen generieke steunmaatregelen
Volgens de DNB is er geen aanleiding voor generieke steunmaatregelen. "Macro economisch lijkt de impact van de energiekostenstijging op de winstgevendheid van ondernemingen te overzien, zelfs in het meest extreme scenario. Slechts enkele sectoren worden relatief hard geraakt. Deze sectoren vormen bovendien maar een klein deel van de economie." Waarschijnlijk zijn bedrijven in staat om een deel van de gestegen energiekosten door te berekenen of te vermijden en zijn veel bedrijven naar verwachting zelf in staat zijn om geleden verliezen op te vangen, stelt DNB. "Desalniettemin zijn er individuele bedrijven die wel degelijk hard worden getroffen door de stijging van de energieprijzen. Het gaat dan echter vaak om bedrijven die toch al toe zijn aan een strategische heroriëntatie vanwege hun bijdrage aan de klimaatverandering. Een deel van deze bedrijven zal (zonder aanpassing van productieprocessen) niet langer winstgevend zijn bij aanhoudend hoge energieprijzen." Mocht de politiek toch besluiten om de gestegen energiekosten voor bedrijven te willen compenseren, dan raadt DNB aan om gerichte liquiditeitssteun te verstrekken.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.