De inflatie in Nederland was in juli met 4,6% lager dan in juni. Ook de voedselinflatie neemt af volgens cijfers van het CBS. De kerninflatie (zonder energie en voeding) blijft in Nederland echter een stuk hoger dan die in de eurozone, blijkt uit een bulletin van de Nederlandsche Bank (DNB).
De inflatie was in Nederland in juli 4,6%. In juni waren de prijzen op jaarbasis nog 5,7% hoger. Ook de voedselinflatie daalde: van 13,1% in juni naar 11,7% afgelopen maand. Vooral de prijsdaling van zuivel droeg daar aan bij. De afname van de inflatie komt vooral doordat energie (elektriciteit, gas en stadsverwarming) een stuk goedkoper is dan een jaar geleden. In juli was energie 34,5% goedkoper dan dezelfde maand in 2022. In juni was dat op jaarbasis 19,1%. Ook de kleding steeg op jaarbasis minder in prijs dan in juni. In juli was kleding 5,5% duurder dan een jaar eerder, in juni 10,5%. Ook stegen woninghuren minder hard. Huren waren in juli op jaarbasis gemiddeld 2,1% hoger, terwijl dat in juni 3% was.
Verhogend effect op inflatie
De verhoging van accijnzen op benzine, diesel en lpg per 1 juli (na een tijdelijke verlaging in april 2022) had een opwaarts effect op de inflatie. In juli waren motorbrandstoffen weliswaar 11,1% goedkoper dan in juli 2022, maar in juni 2023 was de prijsdaling volgens het CBS op jaarbasis 23,2%. Ook de prijzen van bungalowparken stegen.
Er zijn twee inflatiecijfers. De consumentenprijsindex (CPI), zoals hierboven genoemd en de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP). Met die laatste kan het Nederlandse cijfer met andere Europese landen worden vergeleken. Volgens de HICP is de Nederlandse inflatie 5,3% (was 6,4% in juni). Daarmee ligt de Nederlandse inflatie over juli precies op het gemiddelde van de eurozone. De inflatie in het eurogebied was 5,5% in juni en is dus licht gedaald.
Oververhitting Nederlandse economie
De Nederlandse kerninflatie (het inflatiecijfer zonder energie en voedsel) is echter nog steeds hoger een stuk hoger dan die van de eurozone. De Nederlandse kerninflatie is 7,2%, terwijl die van de eurozone volgens DNB 5,5% is. Een mogelijke verklaring hiervoor is de sterkere oververhitting van de Nederlandse economie, aldus DNB in een bulletin van vandaag (8 augustus). Ook de loongroei is in Nederland de afgelopen jaren hoger geweest dan in het eurogebied, aldus de centrale bank "Wat een logisch gevolg is van de krappe arbeidsmarkt en de hogere inflatie, maar ook bijdraagt aan de hogere kerninflatie."
Volgens DNB zijn de effecten van bepaalde factoren tijdelijk, zoals het collegegeld dat tijdens de pandemie werd gehalveerd en in september vorig jaar weer naar het normale niveau ging. "Daarnaast leidt de aanpassing in januari 2023 van de gewichten van goederen en diensten in het CBS-inflatiemandje, als gevolg van veranderde bestedingspatronen, tot een extra hoge inflatie in de zomermaanden", stelt DNB. "Zonder deze eenmalige factoren was het verschil in kerninflatie tussen Nederland en het eurogebied ongeveer 1%-punt kleiner geweest."
Dan zou de kerninflatie dus nog steeds hoger zijn dan gemiddeld. Vooral vliegtickets en herenkleding zijn in Nederland snel duurder geworden, meldt de centrale bank. In de jaren voor de pandemie was de Nederlandse kerninflatie overigens ook al relatief hoog.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.