"De oorzaak van de problemen die we nu zien bij de cacaoteelt, is het inkomen van de cacaoteler. Dat is zo minimaal dat er geen cent overblijft om te investeren in de teelt." Dat zegt Per Vonk, medeoprichter van het Utrechtse Mesjokke chocolade, die zelf een half jaar op een cacaoplantage in Ghana verbleef. In deze aflevering van Food People vertelt hij hoe hij de sector wil hervormen.
Vonk en de medeoprichters van Mesjokke chocolade vonden dat het donkere, maar ook het mooie verhaal van de sector verteld moest worden. Bijvoorbeeld over de smaakverschillen van genetische variëteiten. ''Er is veel meer dan we als consument beseffen. We kennen chocolade hier vooral als snoepgoed, maar met chocolade kan absoluut hetzelfde als met wijn of specialty coffee.''
Allereerst: Mesjokke als merknaam voor chocolade, hoe hebben jullie dat bedacht?
''Mesjokke is een Jiddisch woord, wat gek betekent, maar dan op een positieve manier. Dus niet helemaal krankzinnig, maar wel een beetje gek. Ben je helemaal mesjokke?! En eigenlijk waren we ook een beetje gek toen we aan dit bedrijf begonnen. Want we gingen een heel moeilijk en lang verhaal vertellen aan consumenten in een tijd waar alles kort en snel moet gaan.''
''De drie pilaren van ons merk zijn bean to bar, direct trade maar ook fun. Chocolade is om van te genieten en voor leuke momenten. Die positiviteit, dat genot en de humor die erbij komt kijken, dragen we uit op onze verpakkingen en websites. Zo zetten we soms naast de calorieën op de verpakking wat je moet doen om ze ook weer te verbranden. We willen geen geitenwollensokken-duurzaamheidsmerk zijn dat beweert dat de wereld kapot gaat als je ons niet koopt. En ook geen exclusief chocolademerk wat zich alleen op de smaak richt.''
Over de donkere kant van de sector: hoe ging het er aan toe op de cacaoplantage in Ghana?
''In 2014 verbleef ik in een Ghanees dorpje in the middle of nowhere, niet te vinden. Op Google Maps zie je gewoon regenwoud, er was verder ook niets. Geen stromend water, geen elektriciteit. De wc was een gat in de grond, er was geen school. Het dichtstbijzijnde dorpje wat dan wel iets had, was denk ik een uur lopen. Niemand daar heeft geld voor een auto. Dus er kwam hopelijk één keer per dag een auto die iemand dropte, waardoor je met wat geluk mee terug kon. Als je daar als kind zat had je twee opties: ver lopen, of je ging niet naar school. De mensen aten wat van het land kwam, maar soms alleen wat rijst met tomatenpasta, want dat was makkelijk houdbaar. Ik wist door de omstandigheden dat de eigenaar van de cacaoplantage weinig geld had, laat staan de mensen die voor hem werkte. Dit is de realiteit.''
''De eigenaar van de cacaoplantage was er tijdens mijn verblijf niet, maar zijn compagnon uit Ivoorkust, die in het huisje van de eigenaar verbleef met zijn vrouw en kindje wel. Zijn kindje ging niet naar school, dat wist ik bijna zeker, daar was geen geld voor. Maar de compagnon was allang blij dat hij in Ghana mocht werken, hij wilde nooit meer terug naar Ivoorkust. Want daar was het echt een soort Wilde Westen. Opkopers betaalden zo weinig mogelijk, wat weleens leidde tot de uitbraak van gevechten.''
''De cacaoplantage waar ik verbleef was verkocht aan een Fairtrade-gecertificeerde organisatie. Dan zou je in principe denken dat de omstandigheden beter zijn. Maar de Fairtrade-prijs die betaald werd aan de telers voor de cacao was alsnog veel te laag en kwam niet bij iedere cacaoboer terecht. Even voor de duidelijkheid, Fairtrade deed wel wat het zegt: ze betalen de minimumprijs en een extra bedrag. Maar in eerste instantie gaat het geld naar de Fairtrade-coöperatie. Ze kunnen moeilijk bij alle honderden aangesloten cacaoboeren langsgaan om er zeker van te zijn dat iedere cacaoboer zijn deel krijgt. Daarom zitten er tussen de coöperatie en de cacaoboeren ook weer tussenpersonen. En daar zit het knelpunt.''
''Ik heb antropologie gestudeerd en begrijp steeds beter dat wij als westerlingen kijken naar de situatie vanuit ons westerse perspectief. Maar het land werkt heel anders. Overleven in Ghana komt veel meer aan op wie je vrienden zijn. In het dorp waar ik tijdelijk woonde was één man waar je als cacaoboer je cacao naartoe bracht. Puur omdat dat hun 'kennis' was, waarvan bekend was dat hij de verkoop regelde. De cacaoboeren zelf hadden helemaal geen idee van welke coöperatie of Fairtrade-organisatie, daar hadden ze nog nooit van gehoord. De kennis nam vervolgens alle cacao bij elkaar en verdeelde het geld onder de boeren. Maar zijn familie en beste vrienden kregen veel meer en sommigen kregen helemaal niets. Die wisten niet eens dat er extra geld werd betaald.''
De cacaoprijzen zijn dit jaar enorm gestegen. Hoe kijk jij naar de oorzaak, met je ervaring in Ghana in gedachten?
''De oorzaak van de problemen die we nu zien bij de cacaoteelt, is het inkomen van de cacaoteler. Die is zo minimaal dat er geen cent overblijft om te investeren in de teelt. Laat staan investeringen in irrigatie. Daardoor zijn er nu verouderde bomen. Als het te droog is, of te nat, dan zijn de middelen er niet om daar iets aan te doen. En dan krijg je dit soort extreme omstandigheden. Dit probleem is al decennia geleden ontstaan, omdat de telers al veel langer leven onder erbarmelijke omstandigheden. Dat dit ging gebeuren, of het nu dit jaar is of net zo goed over een paar jaar, hadden we kunnen zien aankomen. Of je hebt echt je kop in het zand gestoken. Er moet iets veranderen op de cacaoplantages. Niet alleen omdat het 'wel fijn' zou zijn, nee het 'moet' echt nu gebeuren.''
Je roept consumenten en bedrijven dus op om direct het leven van de teler te verbeteren. Hoe gaat Mesjokke daar verandering in brengen?
''Na mijn tijd in Ghana, wilde ik dit onderliggende probleem aanpakken. Daarom werken wij volgens de principes van direct trade. We schakelen tussenhandelaren uit en we hebben direct contact met onze producenten. De geldstromen zijn in onze keten heel transparant, en de keten is veel korter. Ik kan er precies achter komen hoeveel geld er wordt betaald aan wie en hoeveel er bij onze coöperatie terechtkomt. En dat gaat echt om significante verschillen. Naast het feit dat we ook veel meer betalen voor onze cacao, gaat er veel meer geld richting het begin van de keten, de coöperatie, waardoor er meer geld terechtkomt bij de teler. Dat is zeker twee tot drie keer zo veel. De producent wil daardoor met ons samenwerken en zo zorgen we voor meer inkomen.''
''Ook werken we volgens bean to bar. Dat betekent dat we alles zelf doen. Maar ook dat we chocolade zien als delicatesse, minder als een snoepje. Het gaat over andere cacaosoorten met meer smaak en we produceren de chocolade zelf om hoge kwaliteit te garanderen. Ook de fermentatie in het land van herkomst is nauwkeurig afgestemd, een belangrijke stap om smaak en dus waarde toe te voegen aan de chocolade.''
Hoe kijk je naar de aanpak van huidige initiatieven?
''Ik heb weleens bij een meeting van het Fonds Bestrijding Kinderarbeid gezeten. Daar werden trotse verhalen verteld over scholen die gebouwd werden en trainingen die zijn gestart. Maar zo makkelijk werkt dat dus niet. Want als een cacaoboer niet genoeg verdient, dan stuurt hij zijn kind niet naar school. Die heeft hij nodig om mee te helpen op de plantage, want er is niet genoeg geld om een medewerker aan te trekken. Als dat onderliggende probleem niet wordt aangepakt, dan kun je wel een school bouwen, maar die staat vervolgens leeg. Pak het onderliggende probleem aan. Daar moet eerst verandering in komen.''
Waar komt jullie cacao vandaan en hoe voegen jullie meer waarde toe aan de chocolade?
''Grofweg zijn er twee soorten cacao, bulk cacao en specialty cacao. Bulk cacao is perfect voor de grote industrie. De genetische variëteit biedt veel opbrengst op relatief weinig hectare, ze zijn minder vatbaar voor ziektes, grotere oogsten etc. Maar de smaak is, naar mijn idee, vooral bitter. Dat is voor de grote industrie niet zo erg, want dat biedt wel een consistente smaak en dat is wat de grote industrie wil.''
''Wij gebruiken alleen specialty cacao, waar we single origin repen van maken. Dat betekent dat we cacaobonen nooit mixen. Op onze verpakking staat het land, de regio en zelfs de coöperatie. We hebben vier vaste landen die aan ons leveren: Nicaragua, Tanzania, Madagaskar en Sao Tomé (eiland in Centraal-Afrika red.). Onze cacao komt niet uit Ivoorkust en Ghana, de twee grootste producenten van de wereld. Toen we begonnen hoorden we dat we naar Latijns-Amerika moesten. Inmiddels hebben sommige Afrikaanse landen ook schitterende specialty cacao, maar West-Afrika staat daar nog niet om bekend.''
''Bij specialty cacao gebeurt het fermenteren en drogen van de bonen vaak centraal. Als je dat aan individuele boeren overlaat, krijg je een te groot kwaliteitsverschil. En dat fermenteren is heel belangrijk: als dat goed gebeurt krijg je de beste smaken en voegt dat waarde toe aan de cacao. Op die manier krijgen we ook iets terug voor de ruime prijs die Mesjokke betaalt voor de cacao. Het is echt zo veel lekkerder. Een win-win voor de consument en de teler. Je koopt onze reep dus niet alleen omdat het veel meer opbrengt voor de teler, het is ook echt veel lekkerder.''
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.