Extra rentelasten voor de Nederlandse Staat van tussen €5,8 en €9,2 miljard per jaar. Dat was de weinig prettige boodschap van minister van Financiën Sigrid Kaag aan de Tweede Kamer. Omgerekend gaat het om een extra rekening voor ieder van ons van tussen €340 en €540 per jaar, voorlopig elk jaar. Die extra rentelasten worden veroorzaakt door de opgelopen langetermijnrentes. Kreeg de Staat in de zomer van vorig jaar nog geld toe als het geld leende, inmiddels betaalt de Staat zo'n 2,25% om geld te lenen voor een periode van 10 jaar.
Het wrange van die extra rekening van enkele honderden euro per jaar (nogmaals per persoon, dus voor een gezin van 4 gaat het al gauw om ruim €1.000 (als het meevalt) tot zelfs €2.000 euro (als het allemaal tegenzit)), is dat het voor een belangrijk deel had kunnen worden voorkomen. Afgelopen jaren heeft Nederland niet alleen te maken gehad met zeer lage rentes, maar zelfs negatieve rentes. Die periode had de Staat kunnen gebruiken de gemiddelde looptijd van de staatsschuld op te rekken, zoals economen dat noemen. Hoe langer dat gemiddelde looptijd (je pakt alle schulden samen en berekent het gewogen gemiddelde ervan), des te minder last je hebt als de rentes stijgen.
Meer langlopende staatsobligaties
Stel dat de hele Nederlandse schuld een gemiddelde looptijd van 1 jaar zou hebben, dan betekent dat dat die elk jaar moest worden geherfinancierd. Als de rente stijgt, dan wordt dat herfinancieren duurder. Bij een gemiddelde looptijd van, ik noem maar wat, 10 jaar, heb je de lage rente voor die periode vastgesteld. Net zoals velen dat met hun hypotheekrente doen. Die gemiddelde looptijd van de Nederlandse staatsschuld bedroeg in de zomer van 2019 ruwweg 8 jaar. Inmiddels is dat iets meer dan 9 jaar. Iets hoger maar echt veel hoger is het niet. Het gewogen gemiddelde is veel minder veranderd zelfs.
Hoe had de Staat dat kunnen doen? Simpel, door meer langlopende staatsobligaties uit te geven. Thans gaat de Staat tot maximaal 30 jaar, maar veel landen hebben ook 50-jarig schuldpapier uitgegeven, om de lage rentes van de afgelopen jaren voor een deel vast te leggen. Onder meer Frankrijk en Italië, om enkele eurolanden te noemen, deden dat de afgelopen jaren. Italië sloot een lening met een looptijd van 50 jaar tegen 2,2% rente. Aangezien de Nederlandse kredietwaardigheid veel hoger is, had Nederland dezelfde lening tegen een veel lagere rente kunnen afsluiten.
Looptijden van 100 jaar
Oostenrijk ging zelfs nog verder en verkocht staatsobligaties met een looptijd van 100 jaar. In 2019 leende de regering in Wenen geld tegen 0,88% rente. 0,88%. Per jaar. Elk jaar. Tot en met 2119. Ook Oostenrijk heeft een lagere kredietwaardigheid dan Nederland! De Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen deed hetzelfde, meermaals, onder meer begin dit jaar. Die deelstaat heeft de gemiddelde looptijd van de schulden opgerekt naar ruim 19 jaar zelfs. Had Nederland dat ook gedaan, hadden we nu niet te maken gehad met een extra rekening van tussen €340 en €540 per persoon in deze toch al dure tijden. Regeren is vooruitzien en in een omgeving van negatieve rentes, had je als Staat best kunnen concluderen dat dat niet eeuwig is en ervan kunnen profiteren zolang het duurde.
Roep ik dit nu achteraf, lekker makkelijk? Nee. Jaren geleden, toen de rente voor de Staat laag was, stelde ik dat ook voor.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.