De Chinese industrie verrast negatief, al zijn de omzetten in de detailhandel juist positief. De Nederlandse consument wil maar niet optimistischer worden. Voor de Verenigde Staten wordt een zachte landing verwacht, maar de zwakke plekken zijn zichtbaar. Het mondiale conjunctuurbeeld is op het ogenblik vrij onduidelijk. Eigenlijk is het beeld overal 'gemengd', dat wil zeggen dat sommige cijfers meevallen, andere tegen.
Neem China. De groei van de industriële productie stelde teleur in mei. De groei viel terug van 6,7% jaar op jaar naar 5,6%. Maar de detailhandelsomzetten vielen juist iets mee. Met een jaar op jaar groei van 3,7% waren ze in juni beter dan de 2,3% groei in mei, maar een indrukwekkend cijfer is dat natuurlijk niet.
Of neem ons eigen land. Dit jaar is sprake van koopkrachtverbetering. De loonstijging overtreft de inflatie. Toch is de consument nog niet erg enthousiast. Tenminste, niet volgens de index van het consumentenvertrouwen van het CBS. Die daalde in juni een puntje, nadat in mei ook al sprake was van een puntje lager. De index ligt nog ruim onder het langjarig gemiddelde.
Of neem de eurozone
De ZEW-index, die het vertrouwen van analisten meet, steeg van 47,0 in mei tot 51,3 in juni en de grafiek laat zien dat deze indicator zich ook in historisch perspectief op een hoog niveau bevindt.
Daar staat dan weer tegenover dat het ondernemersvertrouwen in juni juist is verzwakt. De inkoopmanagersindex voor de eurozone daalde van 52,2 in mei tot 50,8 in juni. Zowel in de industrie (45,6 in juni, tegen 47,3 in mei) als in de dienstensector (52,6 tegen 53,2) was sprake van een daling. Europa steekt vooral wat betreft de industrie zwak af ten opzichte van andere regio's. In de VS, maar ook in Japan lag de inkoopmanagersindex in de industrie in juni boven 50. Het is een indicatie denk ik dat de Europese industrie een structureel probleem heeft: veel hogere energieprijzen dan elders.
Of neem de VS
De productie in de industrie in de VS nam in mei met 0,9% toe ten opzichte van april. En de meeste commentaren die ik lees zijn redelijk enthousiast. Vorig jaar vreesden veel economen voor een recessie in de VS. Die kwam niet. Sterker nog, de groei overtrof de verwachtingen ruimschoots. Nu zijn economen minder pessimistisch. De zachte landing is veruit het meest populaire scenario dat voorspellers aanhangen. Toch zijn er wel enkele zwakke plekken aan te wijzen. De rente 'bijt' en de rentegevoelige sectoren merken dat. Hoewel huizenprijzen nog altijd stijgen, is de kooplust matig en dat is terug te zien in de vertrouwensindex onder huizenbouwers.
Wat in de VS verder opvalt, is het verloop van de zogenaamde 'Economic Surprise Index'. Die meet op dagbasis of macro-economische cijfers beter of juist slechter zijn dan verwacht. Vanaf begin mei ligt deze index onder nul, zoals de grafiek laat zien. Dat wil zeggen dat er meer tegenvallers worden geregistreerd dan meevallers. Ondanks het in de Amerikaanse economie toegenomen vertrouwen van veel economen vind ik de cijfers niet zo overtuigend.
Afsluitend
Ik ga op vakantie en aansluitend naar een economenconferentie. Het is moeilijk te zeggen hoe de mondiale economie er voor zal staan als ik terug ben. Het beeld is zeer gemengd en dat geldt eigenlijk voor alle belangrijke blokken. Mee- en tegenvallers wisselen elkaar af. Het is een beetje 'doormodderen'. Ik zie niet wat daar op korte termijn verandering in gaat brengen.
Ik ben een paar weken 'uit de lucht'. In de loop van juli hoop ik geheel fris weer regelmatig commentaren te schrijven. Tot dan!
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.