Er is een goede verklaring waarom de Amerikaanse inflatiecijfers de laatste tijd zo hoog liggen. Dat neemt niet weg dat een tijdelijke inflatiehobbel wel degelijk de opmaat kan zijn voor een meer structurele stijging.
Wat gaat het worden? De laatste weken zijn er heel wat tegenstrijdige signalen over de Amerikaanse inflatie te horen. De cijfers zelf zijn duidelijk. In vergelijking met 12 maanden geleden, komt de inflatie in de Verenigde Staten op meer dan 4%. Dat is maar liefst dubbel zo hoog dan het officiële richtniveau van de Federal Reserve. Een economie die steeds meer open gaat en het vooruitzicht dat president Joe Biden duizenden miljarden dollars in verschillende grote projecten wil stoppen, stoken het vuurtje verder op.
Daar draagt overigens ook het groeiende chiptekort aan bij. Adviesbureau Alixpartners becijferde half mei dat de schade voor de auto-industrie kan oplopen tot $110 miljard. Aan de andere kant zijn er ook allerlei redenen om te bedenken waarom de hoge inflatie slechts tijdelijk is. De inflatiecijfers meten bijvoorbeeld het prijspeil in vergelijking met een jaar geleden, toen de economie juist de hardste klappen kreeg van de corona-lockdowns.
Tijdelijk of structureel?
Het chiptekort en de vreemde vergelijkingsbasis zijn tijdelijke verschijnselen. Toch kunnen ze zomaar de voorbode zijn van een meer structurele inflatiestijging. Als consumenten en bedrijven verwachten dat de inflatie verder oploopt, gaan ze daarop anticiperen door nu al duurdere prijzen te rekenen en hogere lonen te vragen. Hierdoor kan een loon- prijsspiraal ontstaan. Dan worden hogere loonkosten doorberekend in stijgende verkoopprijzen, die vervolgens weer leiden tot oplopende lonen.
Of het zover komt, hangt voor een groot deel af van wat er gebeurt op de arbeidsmarkt. Voorlopig zijn er 8 miljoen minder Amerikanen aan het werk dan begin 2020. Maar dat aantal kan snel afnemen, zodra de verhoogde werkloosheidsuitkeringen in september verdwijnen en kinderen weer naar school of opvang gaan. Voorlopig maakt de Federal Reserve overigens weinig aanstalten om de rente te verhogen. Uit de notulen van de laatste bijeenkomst, blijkt dat er zelfs nog niet eens overeenstemming is om te praten over het afbouwen van allerlei steunmaatregelen.
Van hebzucht naar angst
Op het eerste gezicht lijkt de financiële wereld zich nog niet veel zorgen te maken over oplopende inflatie. De rente op Amerikaanse obligatiemarkten is daarvoor een belangrijke indicator. Als beleggers vrezen dat inflatie echt een thema wordt, vragen ze een hogere vergoeding over hun geld. Daar is voorlopig niets van te merken. De rente over 10 jaars-leningen van 1,66% staat bijna op precies hetzelfde niveau als 2 maanden geleden.
Maar aandelenbeleggers worden wel wat onrustig. De volatiliteitsindex VIX loopt bijvoorbeeld gestaag op. En de fear/greed-index van CNN die meet hoeveel risico beleggers willen nemen, is binnen een maand omgeslagen van hebzucht naar angst. Bovendien is de dollar sinds begin april met 4% gedaald ten opzichte van de euro. Zolang de inflatieangst doorsuddert, kan de druk op de Amerikaanse munt zomaar aanhouden.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.