In het langdurige geschil tussen slachterijen en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit over keuringskosten heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) een uitspraak gedaan. De rechter oordeelt dat beide partijen gedeeltelijk gelijk hebben, maar de vleessector lijkt uiteindelijk met lege handen te staan.
Bedrijven in de vleessector vinden dat de keuringtarieven onterecht te hoog zijn en procederen hier al jaren over. De berekeningsmethode die de minister van LNV opstelt, zou te ruim zijn. Dat met de keuringstarieven ook de kas van de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) wordt gespekt, is volgens de vleessector niet rechtvaardig. Ondertussen heeft de KDS ruim €10,5 miljoen in kas, terwijl de keuringstarieven volgens het COV bedoeld moeten zijn om enkel de directe kosten te dekken.
De rechter oordeelt dat de berekeningsmethode klopt, maar oordeel ook dat de minister sommige kostenposten ten onrechte heeft doorberekend. Het gaat hier dan om kosten van medezeggenschap, afschrijvingskosten van gebouwen en grond, en kosten voor kerstpakketten (kosten NVWA) en kosten voor de inhuur van adviseurs en accountants (kosten KDS). Deze kostenposten zijn echter relatief beperkt in relatie tot het grotere geheel. Het geld in de KDS hoeft de minister niet terug te betalen en dit was wel de inzet van de procederende bedrijven.
Onrechtvaardig blijft het voelen
Laurens Hoedemaker, voorzitter van de Centrale Organisatie voor de Vleessector(COV), eerste reactie op de uitspraak is dan ook teleurstellend. Hij had op meer gehoopt, zo laat hij desgevraagd weten. "Blijkbaar interpreteert de rechter de Europese wetgeving op dit gebied ruimer dan wij met onze advocaat hadden ingeschat." Na het hoger beroep rest de vleessector zich weinig anders dan zich bij de uitspraak neer te leggen. Onrechtvaardig voelt het echter wel voor Hoedemaker. Hij wijst erop dat de hoge keuringskosten op het conto komen van de consument en tevens niet bijdragen aan het verdienvermogen van de veehouder.
De minister moet nu nieuwe beslissingen nemen op de bezwaren van de bedrijven en op de punten waarin de vleessector in het gelijk is gesteld. Hiervoor krijgt de minister dertig weken de tijd.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.