Een meerderheid van de melkveehouders die melk leveren voor het label PlanetProof wordt daar financieel niet wijzer van. Ook denken de meesten van hen dat de consument niet goed weet waar het label PlanetProof voor staat op. Dit komt naar voren uit de enquête die Boerenbusiness en Foodlog hebben georganiseerd onder melkveehouders.
Het keurmerk On the Way to PlanetProof roept gemengde gevoelens op. Het levert meer kosten dan baten op, is een vaak gehoord geluid vanuit de sector, zodat er onderaan de streep te weinig overblijft. Om die reden heeft de private groenteverwerker HAK aan de markt gevraagd om meer te betalen. Het bedrijf zegt nu zijn leveranciers, oftewel de akkerbouwers, te subsidiëren. LTO Akkerbouw en fruittelersorganisatie NFO stapten dit najaar uit het overleg vanwege de eisen die het keurmerk stelt.
Sterk keurmerk
Beide agrarische koepelorganisaties vinden dat het keurmerk onvoldoende wordt betaald door de markt. Volgens Greenpeace is de slechte betaling te wijten aan de supermarkten die hun producten niet duurder willen maken. Toen ze de miljardste liter PlanetProof-melk kreeg uitgereikt, zei landbouwminister Carola Schouten dat ze het een sterk keurmerk vindt. Het biedt milieu- en dierenwelzijnsvoordelen en de consument blijkt ervoor blijkt te kiezen, oordeelt de bewindsvrouw.
In een gezamenlijk onderzoeksproject peilen Boerenbusiness en Foodlog de ervaringen van agrarische ondernemers met PlanetProof. We beginnen met de melkveehouderij. In die sector wordt het label nu nog exclusief gevoerd door Royal FrieslandCampina. De grootste zuivelaar van ons land heeft een aandeel in de totale melkstroom vanaf boerenbedrijven van circa 75%. CEO Hein Schumacher verklaarde aan het begin van de herfst dat duurzaamheidseisen geen verdienmodel zijn. FrieslandCampina zet voortaan weer gewoon in op smaak.
Consument betaalt niet meer
Hoewel beleidsmakers hopen dat de eisen door de markt worden betaald, ziet Schumacher een heel andere trend. Hij rekende voor dat het aandeel in de winst van het eindproduct verschuift naar de detailhandel. De kosten aan de zijde van de boer nemen namelijk toe, terwijl de consument niet meer betaalt. Het kan niet zo zijn dat de kosten voor duurzamere productie op de boeren worden afgewenteld, schreef Schouten in een brief aan de Tweede Kamer. Maar zij gaf geen oplossing om de lastenverzwaring te compenseren, door een groter aandeel van de kosten van voedsel uit het besteedbaar inkomen van consumenten.
Uit een onderzoek van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) dat werd uitgevoerd door de Wageningen UR, bleek onlangs dat supermarkten er niet met de marge vandoor gaan. De vraag van buitenlandse afnemers naar duurzame producten vanuit Nederland zou volgens de Autoriteit achterblijven bij het aanbod. Of het motief gelegen is in overaanbod of niet, FrieslandCampina heeft inmiddels besloten zijn stroom PlanetProof-melk niet exclusief voor zichzelf te houden, maar open te stellen voor derden. Wel wil het bedrijf vasthouden aan de exclusiviteit voor het produceren van PlanetProof-melk die het de facto heeft door zijn marktmacht: FrieslandCampina-leden produceren driekwart van de Nederlandse melkstroom.
Gekunstelde constructie
Andere melkverwerkers mogen de melk inkopen en verwerken tot eindproducten waarop ook zij het logo kunnen voeren. Dat kunnen ze strikt juridisch nu ook, maar het organiseren van de boeren en financieren van hun aanpassingen is een grote inspanning zodat inkoop commercieel een logischer oplossing is.
Theoretisch zou dat betekenen dat er kaas van de concurrerende coöperaties Cono en Rouveen met het logo in de winkels van Jumbo of Deen komt met melk van FrieslandCampina-boeren. Die constructie is natuurlijk gekunsteld. Wel denkbaar is dat niet-coöperatieve, maar private verwerkers zoals bijvoorbeeld A-ware of de in Nederland actieve Franse Bel Group (Bel Leerdammer) de melk van FrieslandCampina-boeren verwerken tot zuivel voor afnemers die consumenten in hun winkels hebben die het keurmerk onderscheidend vinden.
Volgens PlanetProof kan circa 10% van de Nederlandse melkstroom voldoen aan de eisen van het keurmerk. Met uitzondering van Albert Heijn zijn inmiddels alle supermarkten in Nederland over op PlanetProof-melk. Albert Heijn stelt andere en hogere eisen en betrekt zijn melk direct van melkveehouders. De melk wordt verwerkt door A-ware. Terwijl FrieslandCampina de leden die in 2020 meededen aan de eisen van het PlanetProof-programma €0,02 per liter meer betaalt, tikt Albert Heijn inmiddels €0,05 extra naar de boer af.
Zo denkt melkveehouder over Planetproof
Voor het onderzoek hebben 151 melkveehouders gereageerd. De grootste groep (34,5%) die de enquête volledig heeft ingevuld, bestond uit melkveehouders met tussen de 100 en 150 koeien. 12,4% heeft meer dan 150 koeien, 34,4% heeft minder dan 80 koeien en 11% minder dan 50. Een kleine 21% heeft tussen de 80 en 100 dieren. 29,7% van de totale groep van 151 doet mee aan PlanetProof en is dus FrieslandCampina-boer.
Op de vraag naar de sterke en zwakke punten kwam een opvallend grote stroom reacties naar voren. Per vraag geven we onderstaand beknopt de reacties van de melkveehouders weer.
Meerprijs motiveertWat motiveert boeren om mee te doen? 69% gaat voor de meerprijs van €0,02. Andere motieven - zoals onderscheid maken ten opzichte van concullega-leveranciers binnen de coöperatie, draagvlak en uitstraling in de samenleving - blijven ver achter bij het financiële motief. Verderop in de enquête is kritiek te horen op de extra kosten die boeren moeten maken om hun meerprijs te kunnen verzilveren.
Waarom doen boeren niet mee? Slechts 9% antwoordt dat niet meedoen niet kan, omdat ze geen lid zijn van FrieslandCampina. 26% wil wel graag meedoen, maar behoort niet tot de uitverkorenen. 13% zegt de meerprijs te laag te vinden. 20% heeft een bedrijf dat ongeschikt is voor deelname. Een bijna even groot deel (19%) kan zich niet vinden in de methode, terwijl nog eens 13% zelf wil bepalen hoe een melkveebedrijf het best kan worden gerund om te voldoen aan de eisen van vandaag.
Op de vraag waarom bedrijven ongeschikt zijn of niet deel willen nemen, noemen de respondenten in meerderheid de eisen op het gebied van weidegang, blijvend grasland en eiwit van eigen land. Opvallend is een biologische melkveehouder. Die merkt op dat PlanetProof voor hem geen meerwaarde heeft, omdat een aantal eisen die van biologisch overstijgen. Terwijl de meerprijs beduidend lager ligt.
Moet exclusiviteit van PlanetProof voor FrieslandCampina vervallen?
Nee, zegt 70,5%. Ja, zegt 24,4% met als motief mee te kunnen doen of juist het gebruik van het logo (waarvan zij vermoedelijk meerwaarde verwachten) breder open te stellen voor alle melkveehouders in Nederland. 5% zegt die behoefte niet te hebben, omdat ze leveren aan een zuivelverwerker die andere melkstromen heeft om duurzame bedrijfsvoeringen tot waarde te brengen door consumenten er meer voor te laten betalen.
Vinden melkveehouders PlanetProof passen bij een coöperatie?
Het logo creëert ongelijkheid door de €0,02 extra die een kleine groep boeren ontvangt, terwijl ze wel gebruik maken van alle faciliteiten die FrieslandCampina biedt. Dat is echter geen probleem, vindt 60,5% van de boeren als zij daarvoor ook aan andere eisen moeten voldoen. 39% is het niet met die stelling eens en vindt dat alle leden dezelfde prijs voor hun melk moeten krijgen.
Is het een goede zaak dat de eisen van PlanetProof door een derde zijn opgesteld?
Stichting Milieukeur, de organisatie achter PlanetProof, heeft geen belang bij de gestelde eisen en kan die daarom onafhankelijk formuleren. 39% van de respondenten vindt dat een goede zaak. De groep die dat juist niet vindt, is bijna even groot (38%). 16% heeft geen mening en 6,7% vindt het geen probleem, omdat iemand de eisen moet formuleren.
Wegen de €0,02 extra op tegen de meerkosten?
Nee, zegt 41,5%, terwijl 19,5% zegt slechts quitte te draaien. Samen maakt dat 61%. Een kleine kwart (24,4%) zegt meer te verdienen dankzij PlanetProof-melk in de schappen. 12,2% zegt nog niet te weten hoe PlanetProof financieel uitpakt. Bij deze vraag antwoordde 2,4% niet, een uitzondering in deze enquête.
Denken boeren dat de consument het logo kent?
47% van de boeren denkt dat te weinig consumenten bekend zijn met het logo. 20,9% vindt dat verbetering van de naamsbekendheid gewenst is. Samen is dat een groep van bijna 68%. 21,6% heeft geen oordeel over de waardering of bekendheid van het logo in de markt.
Denken boeren dat consumenten weten waar het logo voor staat?
Nee, lijkt bijna driekwart (72,4%) te zeggen. Precies de helft van de respondent denkt dat er te veel keurmerken zijn, zodat consumenten de weg kwijtraken over hun inhoud en betekenis. 22,4% denkt dat ze niet weten waar het logo precies voor staat. Minder dan 1% denkt dat consumenten weten waar het logo voorstaat. 20,9% vindt dat verbetering van het begrip onder consumenten gewenst is.
Verwarring: voor wie produceert een PlanetProof-boer?
In een voor Boerenbusiness-enquêtes uitzonderlijke veelheid en detaillering van antwoorden gingen de melkveehouders in op vragen over de sterke en zwakke punten die zij ervaren van PlanetProof en het eisenpakket. Belangrijke terugkerende element zijn de beperkte meerwaarde voor consumenten, zodat de verdiensten op investeringen achterblijven, de hoge eisen en de vrees dat het logo door algemene invoering uiteindelijk geen extra waarde meer heeft.
Opvallend zijn de complementaire opmerkingen dat - enerzijds- extensieve bedrijven niet in het logo passen en dat- anderzijds - het logo goed kan passen bij intensieve bedrijven die de koe maximaal melk laten geven. Wat de ene boer ziet als aansluiten bij wat consumenten verwachten (extensiveren), ziet de andere boer dat juist niet als een troef. De intensieve boeren zien juist intensieve duurzaamheid als het onderscheidend vermogen van het logo. Dat duidt op verwarring onder boeren over de markt waarvoor zij produceren.
Volgende week op Boerenbusiness.nl en Foodlog.nl: zo kijken de akkerbouwers naar PlanetProof.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.