De mate van automatisering – en dan specifiek het gebruik van robotinstallaties – in de voedingsmiddelenindustrie is afgelopen jaren toegenomen. Dat blijkt uit een sectoranalyse van ING. Analisten Thijs Geijer en Coco Zhang onderbouwen waarom de groei van het aantal robots in de industrie voorlopig nog niet ten einde is.
In de voedingsmiddelenindustrie wordt steeds meer geautomatiseerd. Dat weerspiegelt zich in een gestage groei van industriële robots, stellen Thijs Geijer en Coco Zhang, analisten van ING. Zij ondersteunen dit met cijfers van de International Federation of Robotics (IFR). Die cijfers laten zien dat de wereldwijde voorraad van robots afgelopen jaar met 8.600 stuks gegroeid is. In vergelijking tot 2014 is een ruime verdubbeling zichtbaar. De Europese Unie (27%), China (26%) en de Verenigde Staten (22%) laten de grootste groei zien in het gebruik van industriële robots. "Toch maakt in totaal slechts één op de tien voedselproducenten in de Europese Unie gebruik van robots", schrijven de analisten.
De coronapandemie heeft de discussie over verdere automatisering aangewakkerd, in positieve zin. Het verhogen van het kostenconcurrentievermogen is een voorbeeld. "De arbeidskosten stijgen en producenten worstelen met de beschikbaarheid van arbeidskrachten. Robotisering kan een oplossing zijn. Dit draag bij aan het verbeteren van de productiviteit, het verlagen van de productiekosten per eenheid en het maakt bedrijven minder afhankelijk van arbeid voor specifieke taken", aldus de twee analisten. Daarbij speelt volgens hen ook de noodzaak om de productkwaliteit verder te verbeteren. "Klanten stellen steeds strengere specificaties. Geautomatiseerde processen kunnen de voedselveiligheid en consistentie verbeteren."
Robotdichtheid
De zogenaamde 'robotdichtheid' – een indicator voor de mate van automatisering in een land – is het hoogste in de Verenigde Staten. Daar worden gemiddeld 89 robots per 10.000 werknemers ingezet. In de Europese Unie komt dat aantal uit op 75 robots. De verschillende binnen de Europese Unie zijn wel groot. In ons eigen land is de robotdichtheid het grootste, met 257 robots per 10.000 werknemers. Daarna volgen Zweden (190 robots), Denemarken (185 robots) en Italië (183 robots). "Landen met hogere arbeidskosten hebben ook al snel een hogere robotdichtheid", schrijven de ING-analisten.
Ook het specialisatieniveau speelt een rol bij de robotdichtheid van een land. "Exporteurs moeten een betere prijs voor hun producten kunnen bieden dan buitenlandse concurrenten. Bij exportgerichte zuivelproducenten in Nederland of varkensvleesproducenten in Denemarken is behoefte aan robotisering waarschijnlijk groter dan bij bedrijven die voornamelijk de binnenlandse markten bedienen. Denk aan de Verenigde Staten of Duitsland."
Komende jaren meer groei verwacht
Voor de komende drie jaar wordt een jaarlijkse groei verwacht van 6% in het aantal nieuwe robotinstallaties. Volgens de analisten van ING komt dat door de verbeteringen in de technologie en het feit dat de prijzen voor robots zijn gedaald. "Tegelijkertijd bieden de uitdagingen op het gebied van arbeidskosten en productkwaliteit een sterk argument voor de groei van het aantal robots in de voedselproductie." In de Verenigde Staten geeft 33% van de CEO's van voedingsmiddelenbedrijven al aan te willen investeren in robotica en kunstmatige intelligentie. ING verwacht dat de robotdichtheid in de Verenigde Staten tegen 2025 is gestegen naar 135 stuks per 10.000 werknemers. Voor de Europese Unie wordt gerekend met een groei tot 110 stuks.
Deze robots worden ook steeds diverser ingezet. Vandaag de dag bevinden robotinstallaties zich aan het begin en het einde van de productielijn. Daarbij vervullen ze simpele taken als het (de)palletiseren van verpakkingsmateriaal of afgewerkte producten. "In de toekomst kan ook gedacht worden aan taken als het uitvoeren van een specifieke snede in de vleesindustrie tot het plukken en verpakken van zoetwaren en het plaatsen van verschillende toppings op verse pizza's of salades." De investeringskosten zijn nog een uitdaging, al verwachten de ING-analisten dat de 'plussen' zwaarder wegen dan de 'minnen'.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.